Een boek als mosterd na de maaltijd
DIRK HAANMAN
In het Zeeuwse uitgeverswereldje maakt Van Geyt of hoe
hij zich ook noemen wil- Van Geyt Productions, Baudeloo
Boeken of IKA Productions - en waar hij ook verblijven
mag- in Hulst, Knokke in Ljubljana of nu toch weer in
Hulst - het wel héél bont. Over menig dorp kondigt hij
in huis-aan-huis-folders het verschijnen van een foto
boek aan en laat mensen intekenen, terwijl hij nog geen
auteur met een fotocollectie heeft weten te strikken.
Vervolgens bepaalt Van Geyt aan de hand van het aantal
mensen dat inschrijft en tevoren heeft betaald, öf er wel
een boek verschijnt en pas dan gaat hij op zoek naar
een auteur. Een bijzondere vorm van marktonderzoek!
Om diegenen, die geld hebben overgemaakt en
blijven zeuren najaren toch nog tevreden te stellen,
veegt hij soms een paar naast elkaar gelegen dorpen bij
elkaar. Wolphaartsdijk, 's-Heer Arendskerke en 's-Heer
Hendrikskinderen toen en nu is zo'n titel. En dan voor
inwoners uit allerlei andere dorpen nóg maar een boek
over het hele eiland. En ziezo... Tenslotte heeft Van Geyt
naar zijn eigen gevoel toch nog aan zijn verplichtingen
voldaan. En nu maar eens het hele telefoonboek door
spitten en iedereen bellen, die niet heeft ingetekend. 'U
bent toch wel geinteresseerd in het verleden mevrouw.
Weet u wel wat u mist?'
De Bevelanden van weleer is zo'n produkt, waarvan
overigens de inhoudsopgave mét bladzijdenummering
in geen enkel opzicht overeenkomt met de inhoud.
Regelmatig foto-onderschriften verwisselen lijkt slor
dig, maar het kan natuurlijk nog bonter: je kunt ze ook
op de kop afdrukken. Dat er bij Van Geyt misschien niet
zo goed wordt gecontroleerd is niet verwonderlijk: die
van Ljubljana kunnen immers ons schrift niet lezen. Als
iemand zijn foto's terugvraagt, dan is daar ook het 'kan
toor' gevestigd, waar de auteurs hun recht kunnen
halen. 'De gegevens in dit boek zijn met de grootst
mogelijke zorgvuldigheid gecontroleerd. Ze komen ech
ter deels uit mondelinge overlevering', durft Van Geyt
voorin zijn boeken te vermelden. Zo dekt hij zich juri
disch af. De tijd dat de naam Van Geyt stond voor een
kwaliteitsboekhandel die zich oprecht inzette voor de
beeldende kunst in onze provincie, ligt intussen wel
heel ver achter ons.
Laten we het verder niet over Van Geyt hebben, maar
meer in het algemeen over het feit, dat als het verschij
nen van een boek met veel poeha is aangekondigd, het
er ook op tijd dient te zijn, voor het publiek èn voor de
subsidiegevers. Te late aflevering geldt immers in iedere
andere branche als een wanprestatie. Maar niet als het
gaat om het uitgeven van Zeelandboeken, zo lijkt het.
Reünie op het duin was nog niet klaar op de dag dat
het boek zou verschijnen. Het lijkt me logisch, dat de
organisatie in zo'n geval de presentatie afgelast en excu
ses aanbiedt. Geloof het maar niet... Je kunt immers ook
doen of je neus bloedt en alles doorgang laten vinden.
Waarom ook niet: iedereen weet dat er geen boek is,
maar slechts een enkeling durft het te fluisteren. Het
werkt! Als men een klucht maar serieus genoeg speelt
en er zeifin gelooft... Ik herinner het me nog goed: de
Abdijkerk zat vol genodigden en op een beeldscherm
was er een directe verbinding met het Zeeuws Museum
en het zojuist geopende museum in Domburg. En toen
het eerste exemplaar werd overhandigd, klapte iedereen
in de handen, zo hard, dat het geluid in de gewelven
weerkaatste. Alsof er een geweldige prestatie was gele
verd. Overigens viel het in dit geval mee: een week later
zag je het al in de boekhandel liggen.
Dan het boek van Wim Riemens: Locations- on the
spot. De verklaring voor het niet op tijd leveren heette
te zijn, dat zijn zoon het kleurendrukwerk had afge
keurd. Het lag vooral niet aan de uitgever, maar aan de
drukker in Singapore. Laatje boeken over je eigen land
dan ook in eigen land drukken, was de eerste gedachte
die in me opkwam. Met zoveel subsidie en sponsor
gelden, moet dat toch mogelijk zijn.
Nehalennia... De loop was al uit de tentoonstelling,
toen het daarbij behorende boekje verscheen.
Walcheren, de uitgave van het Zeeuwsch Genootschap in
opdracht van het waterschap aldaar, was wat betreft de
planning ook zo'n door wetenschappers geplande ramp.
Het excuus was, dat het boek er nog niet was, omdat er
hoge eisen werden gesteld aan de inhoud. Dat maakt
het op tijd verschijnen van een boek haast tot een ver
dacht iets. Ik hoor ze over uitgaven van anderen al zeg
gen: 'Het kan niks wezen, want het is er op tijd!'
Maar het kan altijd gekker. Werken met Zeeuwse
bronnen is vorig jaar, al vóór de Sinterklaas gepresen
teerd. Vol trots werd het boek aan de pers getoond, met
de mededeling dat er enige vertraging was. En terwijl ik
dit schrijf - bijna half april - is het er overigens nog niet.
Voor sommigen is het de vraag wanneer het uitkomt. Ik
vraag me eerlijk gezegd af, öf het nog we! uitkomt.
En dat leidde bij mij nu tot een briljante gedachten-
sprong: is het eigenlijk nog wel nodig, dat het boek nog
uitkomt? Als iedereen bereid blijkt te zijn te doen alsof
een boek er is, waarom zou je het dan nog achteraf als
mosterd na de maaltijd uitbrengen? Waarom zoveel werk
verzetten en kosten maken, als tegen die tijd de belang
stelling is weggeëbd? Het lijkt mij onnodig.
Ik zou daarom initiatiefnemers, uitgevers en
subsidiegevers in Zeeland aan een idee willen helpen:
dien voortaan twee plannen in. Eén gebaseerd op het
daadwerkelijk en op tijd verschijnen van een boek, en
een tweede, ervan uitgaande dat het boek wel wordt
Zeeuws Tijdschrift 31