J.F. Schiitz en vermoedelijk op de Burgeravondschool. Zijn aanleg was duidelijk; ook naar buiten toe begon hij zich al snel als kunstenaar te ontplooien. Hij zou zijn kunstenaar schap, en het geven van schilderlessen, combineren met een baan als boekhouder. In later jaren zei hij daarover: 'Ik wist bij ervaring dat het pad van een kunstschilder niet altijd over rozen gaat en daarom nam ik een betrek king op kantoor aan. Ik ben daar jaren geweest en dat heeft me altijd een fïnancieëlen ondergrond gegeven.' Men zou kunnen stellen dat deze voorzichtigheid zowel de mens typeert als zijn werk. Na Schiitz' overlij den in 1933 kwamen schilderijen en studies boven water die door sommigen tot zijn beste worden gere kend, maar die de kunstenaar zelf nimmer aan de bui tenwereld heeft willen prijsgeven. Vakbekwaam was hij en kennelijk ambitieus, maar evenzeer behoudend - geen baanbreker, eerder een volger - en dus in een periode waarin de kunst op haar tenen liep en de aandacht toegespitst was op grens verleggende mogelijkheden aangewezen op een plaats op de tweede rij. Schiitz was lid van kunste naarsverenigingen als Pulchri (Den Haag), Arti et Amicitiae (Amsterdam) en later ook St Lucas (Amster dam) en zond regelmatig werk naar exposities in bin nen- en buitenland. Met de schilders van de Haagse School had hij de aandacht voor het licht gemeen. Toch is zijn nevelige, lichte verwerking daarvan typisch Zeeuws, allereerst geproefd bij de Domburgse avant-garde, vervolgens vermengd met een vleugje Scheldeluminisme. In Vlissingen was rond de Belgische kunstenaar Ger Jacobs (1865-1957) de Kunstkring Het Zuiden ontstaan; ook aan de exposities daarvan, die vanaf 1920 werden georganiseerd, nam Willem Schiitz deel. In het Domburgse en het Vlissingse Museum zijn werken te zien die verband houden met deze periodes in zijn leven. Zo hangen in Domburg onder meer de olieverfschilderijen Hoogaars en botter op de Schelde (z.j.), waarop het licht prachtig is verwerkt, bijna tastbaar lijkt, en Voetjes wasschen (z.j.), dat een bijzondere sfeer schept met het gedempte, nevelige licht van een zon werende wolkenpartij. In Vlissingen valt een zomers strandgezicht direct op, Strand te Vlissingen (z.j.), een tafereeltje van pootje badende, luierende en slente rende badgasten met als achtergrond de Vlissingse boulevard. Het accent ligt in het Stedelijk Museum op zeegezichten en schepen. J.F. Schiitz hoorde in de negentiende eeuw tot de belangrijkste Zeeuwse schilders. Als tekenaar was hij goed opgeleid, eveneens aan de Middelburgsche Teeken-Academie, als schilderwas hij autodidact. Aan vankelijk ontwikkelde hij zich in de romantische tradi tie, koos hij voor dramatische onderwerpen als schip breuken en strandingen. Tevens maakte hij, veelal in opdracht, documentaire werken zoals de aquarel De aankomst van Z.M. Willem III aan het Zijpe 1862), die nu naast zee-en havengezichten, een schipbreuk en een stranding in Vlissingen te bewonderen is. Gaandeweg liet Schiitz sr de romantische schilderwijze varen voor een meer realistische. De dramatiek verdween, maakte evenals schokeffecten in het kleurgebruik plaats voor een streven naar harmonie. Een goed voorbeeld daarvan is Vissersbrik op het strand 1874), een van de mooie en evenwichtige werken die in het Zeeuws Museum zijn tentoongesteld. In tegenstelling tot zijn zoon had J.F. Schiitz geen nevenbaan. Daarnaast bezat hij, aldus geschiedschrijver Frederik Nagtglas, 'te weinig handels geest om veel voor zijn schilderijen te vragen.' Ondanks zijn succes als kunstenaar was hij dan ook genoodzaakt schilderlessen te geven, hetgeen hij overigens - hoewel belemmerd door een ernstige mate van doofheid - met plezier deed. Bij voorkeur evenwel bracht hij zijn tijd met schilderen door. Zoals de Middelburgsche Courant het in maart 1888 formuleerde: 'Op zijn ruim atelier gezeten in den rieten stoel, pijp in den mond, achter den ezel, zóó was Schiitz gelukkig. Daar doorleefde hij de kostbare uren van den kunstenaar, met zijn schepen, zijn kusten, zijn lichten, en de groote, geheimzinnige zee.' Willem Schiitz is in Middelburg onder meer verte- J.F. Schütz, Riviergezicht, olieverf 1860. [Middelburg], Foto A&A Verburg. Zeeuws Tijdschrift 17

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1998 | | pagina 19