Tuintherapie KAREN KROESE Jaarlijks geeft de Nederlander gemiddeld 460 gulden uit aan tuin of balkon. In totaal komt dat neer op 3,1 miljard gulden per jaar. Meer vierkante meter tuin betekent vanzelfsprekend meer uitgaven. In dun bevolkte provincies als Zeeland moet er jaarlijks een klein fortuin in de grond gestoken worden. En waarom? 'De tuin van Zeeland', zoals Walcheren vroe ger werd genoemd is roemloos ten onder gegaan in het zoute water van de inundatie aan het einde van de Tweede Wereldoorlog. De bloeiende meidoorn die vroeger als erfscheiding werd gebruikt is sindsdien vervangen door prikkeldraad. Is het een poging het Hof van Eden van weleer in miniatuur te doen herrij zen? Of zijn er diepere drijfveren voor al dat gewroet in de Zeeuwse klei? Zeeland kent 52 tuinen waarop de eigenaar of verzorger zo trots is dat hij of zij de tuin voor publiek openstelt. Er zijn landschapstuinen, boerderijtuinen, stads- en dorpstuinen, kruidentuinen, er is een heemtuin en een botanische tuin. Het Bureau voor Toerisme Zeeland heeft samen met de organisatie Zeeland Natuurmaand een handzaam boekje uitgegeven waar al deze tuinen in vermeld staan. De tuinen zijn genummerd, voorzien van adres, openingstijden en uitleg van wat er te vinden is. Er staan ook tuinreizen in vermeld, een fietstocht langs tuinen, lezingen en diapresentaties. En er is een groot publiek voor. Tuinliefhebbers, ook van ver buiten Zee land, verzamelen zich, lopen tuinen af en wisselen ideeën uit. Dat onderlinge contact zal een belangrijke drijfveer zijn. Er wordt allicht ook aan verdiend, want waarom laatje anders horden bezoekers je gekoesterde gazon stuktrappen en snoeppapiertjes achterlaten in je met zorg gecultiveerde border? Passie Een tuin is nooit af. Gelukkig maar voor de tuinier, want die wil blijven werken, wroeten, ploeteren, verplanten, vernieuwen en snoeien. Een tuin is een levenswerk, geen monument. Zo bewijzen de vier tuiniers Madeleine van Bennekom (Domburg), Ankie Dekker Van links naar rechts: Lex de Koek, Peter van Dommelen en Jaco Hamelink. Foto A. IJsebaert. (Veere), Ineke Lenshoek (Kloetinge) en Corrie Poley (Nisse) die nu ongeveer twintig jaar lang elk eerste weekend van de maand juli hun tuindeuren openen voor de duizenden liefhebbers die van heinde en verre komen toestromen. Want 'de tuinen van Zeeland' zijn een begrip geworden. In het prachtig geïllustreerde boek Een wandeling door Zeeuwse tuinen door Florentine van Eeghen-Elias met foto's van Marijke Heuff beschrijven de vier tuiniers zelf de totstandkoming van hun tuin. Een leek haakt al snel af, maar voor de liefhebber betekenen dergelijke boeken een schat aan informatie. Waarom de vier dames al tientallen jaren worstelen met de elementen wordt niet direct duidelijk. Het lijkt op het eerste gezicht een heilig moeten, in plaats van een passie. 'Tuinieren op klei is arbeidsintensief en nu weet ik dat het altijd zo zal blijven. In de winter is de grond natte stopverf, in de zomer beton', schrijft Madeleine van Bennekom, die bij aanleg van de tuin letterlijk heeft staan snikken boven haar spa, omdat alles mislukte in deze zware grond en deze zoute wind. Toch eindigt ze haar relaas met 'Tuinieren is iets heerlijks'. Ankie Dek ker schrijft: 'Ik ben fanaat in het tuinwerk. Als Piet thuis kwam, zei ik vroeger: 'Waardeloze dag, twee uur in de tuin gewerkt', of "Heerlijke dag, tien uur in de tuin gewerkt.' Corrie Poley is een Zeeuwse. 'Die verbonden heid met het land', schrijft ze, 'voegt en extra dimensie toe aan ons tuinieren hier op de Zeeuwse klei.' Aromatherapie Dat zal het zijn: het gewroet in Moeder Aarde laat ons beseffen waar we vandaan komen en waar we heen gaan. Met je handen in de grond besef je de betrekkelijkheid van de dingen. Tegelijkertijd probeer je een wereld te scheppen die mooier is dan die was, in jouw ogen, al bestaat het maar een nietig mensenleven lang.Je putje fysiek uit om uiteindelijkje zinnen te verrijken. De tuin als therapie. In Genève heb ik eens een tuin bezocht voor blinden en slechtzienden: daar zijn de bloemen en planten gese lecteerd op geur. Bij het groen staan bordjes in braille waarop vermeld staat welke bloem of plant zo zalig geurt. Zo kunnen de bezoekers volop genieten van de Jaco Hamelink. Foto A. IJsebaert. Zeeuws Tijdschrift 5

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1998 | | pagina 7