Grote schouwburg moét! Zij stonden aan de wieg van de filmgeschiedenis. Wel licht zijn wij daardoor als filmmakers hier nog zo op die Russen gefixeerd.' Meijsen noemt Eisenstein als voor beeld van een Rus, die de meerwaarde van film aan toonde door de beelden in een ogenschijnlijk willekeu rige volgorde achter elkaar te zetten: Kogels maken in een fabriek, een onderkomen voor gewonde soldaten, het uitladen van kanonnen, huilende vrouwen en kinde ren op de vlucht. Beelden die vragen stellen over wat oorlog met mensen doet. groter arsenaal aan vertoningsmogelijkheden. Er zal steeds meer ruimte voor het beeld komen. 'De mensen die ermee omgaan, zullen de historische vergissing moeten rechtzetten. Ze zuilen moeten leren om film echt als communicatiemiddel te gebruiken. Communica tie is het enige wat de wereld kan redden en wat kan bijdragen aan het persoonlijk geluk van de student.' Hij pleit ook voor structuur in de totale chaos aan beelden die nu nog op de mensen afkomt. 'Beter gerangschikt zou televisie nog een goed PR-middel kunnen worden. Geen communicatiemiddel, want PR heeft helemaal niks met 'relations' te maken, PR is vals.' Persoonlijk geluk Meijsen zegt volmondig 'ja' op de vraag of hij een toekomstvisie voor de film heeft en denkt vervolgens lang na om die te verwoorden. Hij voorziet een steeds PETER VAN HOUTE Hij timmerde aan de weg als directeur van het Zuidland- theater in Temeuzen. In vijfjaar tijd (1987-1992) gaf hij het theater een eigen gezicht en een eigen plaats. Ambitieus als hij is, ging hij soms zelfs de concurrentie met 'grote broer' Middelburg aan. Henk Scholten (45) heeft de provincie al lang weer verlaten. Directeur van het Fonds voor de Podiumkunsten werd hij (1992-1998), tot hij de lokroep van een echte grote schouwburg niet kon weerstaan. Henk Scholten is dus nu directeur van de Stadsschouwburg in Utrecht. Helemaal vergeten is hij Zeeland nog niet. Hij komt af en toe nog wel eens even terug. En heeft - nog steeds - uitgesproken opvattingen over het culturele klimaat en beleid in deze provincie. 'Er kan hier méér dan men vaak denkt. En een grote schouwburg moét er komen, in Middelburg!' Voor Henk Scholten is de betekenis van podiumkunst datje, met een aantal andere mensen, op dat moment iets meemaakt. 'Met geen enkel ander kunstmedium is dat zo, er is altijd wel een afstand in tijd of wat dan ook, tussen het moment dat het gemaakt is en je het als toeschouwer waarneemt.' Hij geeft toe dat het tegelijkertijd wel een tamelijk formele definitie is van podiumkunst, maar het is voor hem toch wel de essentie. 'Daar draait het om', zegt hij. Schouwburgen en schouwburgdirecteuren hebben vol gens hem een taak om mensen warm te maken voor zo'n ervaring, om ze er toe te krijgen zich voor zo'n beleving open te stellen. 'Maar, niét op een betutte lende manier. Ik hou toevallig ook van voetballen, maar er zijn mensen die er niet van houden en die hebben daar het volste recht toe. Zo mogen mensen ook niét van toneel, dans of theater houden. Ik vind het wél heel belangrijk dat mensen in de gele genheid zijn om er mee kennis te maken. Kunstzinnige vorming en kunst in het onderwijs spelen daarbij een grote rol en ik vind ze daarom ook belangrijk.' Mensen serieus nemen! Termen als cultuurspreidingen cultuurparticipatie zijn voor Henk Scholten geen loze begrippen als het gaat om het bevorderen dat zoveel mogelijk mensen kunst en cul tuur gaan beleven. Ze raken wel degelijk de essentie van de zaak. Het gaat er alleen om hoe je het in praktijk brengt. Hij denkt dat het begint bij het serieus nemen van wat mensen doen. 'In de laatste maanden bij het Fonds voor de Podiumkunsten (waar ook het Fonds voor Amateur kunsten werd bijgevoegd) heb ik een aantal studies en rapporten gelezen over de deelname van allochtonen. Daaruit blijkt dat de actieve cultuurdeelname van al lochtonen hoger is dan die van autochtonen. Alleen 10 Zeeuws Tijdschrift

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1998 | | pagina 12