bepaald geen veelschrijver was. Het wordt hier in zijn geheel gegeven, niet alleen omdat het een goed idee geeft van zijn denkbeelden, maar ook omdat het waar schijnlijk het enige artikel is dat van zijn hand versche nen is en wel in het Maandblad voor Beeldende Kunsten in 1926. Hij schreef het als een soort terugblik kort voor zijn terugkeer naar Patria. Wie lndiëschilderen wil... "Schrijf eens iets over schilderen in lndië'; dit werd mij verzocht door een der meest vooraanstaande kunst beschermers op Java. Impulsief beloofde ik, aan dit verzoek te zullen voldoen, maar nu ik die belofte wil inlossen, besefik, dat impulsie ons parten kan spelen. Primo is het voor een schilder lastig over schilderen te schrijven, zonder de onbescheidenheid te begaan, over eigen werk en zich zelf te vertellen. Secundo is het schrijven over schilderen op zich zelf vaak een onbegon nen werk, omdat de meeste aandoeningen en stemmin gen, welke men al schilderend ondervindt, zich niet of zeer vaag laten beschrijven. Ten slotte schrik ik terug voor de veelzijdigheid van het onderwerp. Wie lndië kent, wie hier de vibreerende vlakten, de ruig begroeide bergen, de liefelijke kusten, de wondere zonsondergan gen en de rookende vulkanen gezien heeft, zal dit be- grijpen. lndië overdondert den schilder, die hier voet aan wal zet en direct aan het reizen slaat. Het schokt hem in een kort tijdsbestek te hevig. Heel wat tijd is er noodig, om van den eersten schrik te bekomen en voldoende zelfbeheersching te krijgen, om de tropennatuur rustig te bestudeeren, kalm te onderzoeken, wat het eigenlijk in die natuur is, dat hem zoo geweldig schokte. Na lange studie en veel werken komt men eindelijk tot de verrassende conclusie, dat het meest treffende, het wonderlijkste in de Indische natuur veroorzaakt wordt door uiterst kleine verschillen met de Europeesche tinten en kleurcombinaties. Dit juist maakt m.i. het schilderen in lndië zoo moeilijk. Wie niet streng sober weet te blijven bij de uitbeel ding van de machtige emoties, slaagt hier niet. lndië is wonderbaar schoon, niet omdat het hooge bergen heeft en de zon hier fel brandt, maar omdat het in zijne kleur- nuanceringen van die kleine, fijne verschillen met het Koloniaal meubel. Stoel van citroenhout met gekko-motief die eens in het bezit van W.J.F. Imandt was. Foto Johan Klein. 20 Zeeuws Tijdschrift

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1998 | | pagina 22