Een uiterst tevreden mens
Eetbaar Zeeland
KAREN KROESE
Twan Robbeson (36) is adjunct-directeur van de
Zeeuwse Theaterstichting en directeur van Mondragon
in Zierikzee. Hij woont (nog) in Etten-Leur en is een
geboren en getogen Brabander. 'Zeeuwen zijn toch
minder Bourgondisch ingesteld. Waar zij zich richten op
een werkstad als Rotterdam, richten de Brabanders - of
in ieder geval die uit Etten-Leur - zich op Antwerpen.'
We eten in restaurant De Kameel in Middelburg. Hij
heeft dit restaurant uitgekozen omdat het een mediter
rane keuken voert en het er gezellig uitziet, zo aan de
jachthaven in dat oude pakhuis.
'Ik ken Middelburg helemaal niet goed. Ik kom natuur
lijk toch het meest in Zierikzee. Maar als ik in Zeeland
ga wonen, zal het eerder in de buurt van Goes zijn,
vanwege de centrale ligging. Al prefereer ik een plekje
dichtbij zee. Zeeland roept mooie herinneringen op van
zondagochtenden aan zee, vroeger als kind, vliegeren.
Hoe slechter het weer, hoe mooier de zee. Vind ik. Het
strand is geweldig.'
De Kameel is nog leeg als we binnenkomen. Het is
woensdagavond zes uur. Ook niet bepaald een avond en
tijdstip om uit eten te gaan. We worden heel vriendelijk
ontvangen en nemen plaats aan een tafel helemaal
achterin de zaak, zodat we een mooi zicht hebben over
het interieur. Het restaurant is vrij sober aangekleed,
gezellig zonder drukte, met zaken die associaties op
roepen met woestijnen en kamelen. Het karakter van
het eeuwenoude pakhuis is geen geweld aangedaan.
Een steen in de bar gemetseld blijft me fascineren. De
sfeer is prettig, zonder pretenties, rustig. Alsof buiten
de aarde nog nagloeit van een zinderende hitte en ie
dereen geniet van een zwoele zomeravond zonder haast
en verplichtingen.
Extreem
Twan Robbeson blijkt een man van dynamiek, van uiter
sten. Hij zoekt de uitdaging en verveelt zich snel. Dat
gaat ook op voor eten. 'Met mijn vriendin eten we vrij
vaak buiten de deur. Zo veel mogelijk afwisselend in
aanbod: allerlei soorten restaurants zoeken we op,
steeds verschillende zaken, tot in het meest extreme.
Maar ik blijf steeds een liefhebber van de Japanse keu
ken. Dat koken aan tafel, het rechtlijnige, eten met
stokjes Het is een kunst op zich en erg lekker.'
Gelukkig stelt de kaart van De Kameel alvast niet
teleur. Het is moeilijk kiezen. 'Ik vind te veel lekker',
verzucht Twan. De kaart van De Kameel is niet doorsnee
en wekt de nieuwsgierigheid. Naast de kaart - die regel
matig wisselt - zijn er ook weekmenu's, visspeciali-
teiten, en vegetarische gerechten. 'Om het nog moeilij
ker te maken, hebben we ook nog iets dat niet op de
kaart en niet op het bord staat', zegt de vriendelijke
serveerster die alles netjes uit het hoofd heeft geleerd.
Uiteindelijk maken we onze keuze.
Het voorgerecht:
Taartje van paddestoelen, abdijkaas en sherrysaus
Lamsham met sinaasappel uiencompóte
De Zwaan
'Als ik uit ga eten is het toch naar een Mexicaan, een
Griek, een Italiaan', vertelt Twan. 'Mocht je ooit geld
hebben en tijd, dan moetje eens naar De Zwaan in
Etten-Leur. Daar loopt een kok en hij maakt een
zoengebaar tegen de vingertoppen. 'Het prijspeil is er
ook wel naar. Maar dan zitje van zeven tot twaalf ex
treem te genieten. Echt een restaurant voor speciale
momenten. Als een bepaald project op het werk heel
leuk is geweest of bijzonder. Of een etentje met goede
vrienden. Ik vind het sowieso gezellig om met meer dan
z'n tweeën te gaan eten. Met twee ben je toch sneller
weer thuis dan met vier, zes of acht. Ik houd van lang
aan tafel zitten. Als ik van tevoren hoor dat een tafel
alleen beschikbaar is van zes tot acht uur, dan hoeft het
voor mij al niet meer. Dan voel ik me zo opgejaagd.'
Fase vijf
'Ik vind het leuk om bij anderen in de keuken te kijken',
legt Twan uit. 'Vanuit mijn werk voor Mondragon ga ik
vaak naar andere eetcafés. Dan merkje wat 'in' is en
wat niet meer gevraagd wordt. 'In' is bijvoorbeeld alles
buiten het bekende. Mensen hebben niet veel planken
koorts meer wat vreemde gerechten betreft. En er
wordt veel vis gegeten de laatste tijd. Dat zal ook wel te
maken hebben met de moeilijkheden rond vlees. Ook ik
zelf bestel steeds vaker vis: het is lichter verteerbaar en
past dus wel in het snellere leefpatroon van ons alle
maal. Zware arbeid vraagt om zwaar eten, redeneerde
men vroeger. Dat is niet meer echt zo. En ik merk dat
iedereen onderhand in fase vijf is beland van Montignac;
dan mag alles. Ja, daar heb ik me beroepshalve ook nog
in verdiept.' Een gulle lach plooit zijn gezicht.
Zeeuws Tijdschrift 43