De PZC-recenscent R. had ook graag meer grens verleggende kunst gezien. opnieuw worden we geconfronteerd met een serie werkstukken die nage- noeg geen verrassing bieden of een duidelijke stijging laten zien.'14'1 R. klampt zich vast aan het werk van het nieuwe lid Geert van Fastenhout. Deze was in 1961 in Philippine neergestreken. 'Zijn contacten golden met name een groepje Amsterdamse kunstenaars die even eens vlak bij of over de grens met België woonden. Dolf Jaspers [werd in 1963 lid van de kring], George Degenhart, Leo Dooper en Cornelis Doolaard, die op een eigen wijze met het expressionisme experimen teerden. Van Fastenhout schilderde veel Permeke-achti- ge werken, dijkhuisjes in beheerste verfbehandeling met donkere contouren.'1421 R. ziet wel wat in de jonge man. 'Met grote streken heeft hij in bruinen en don kerroden zijn Landschap geschilderd, ruw, romantisch en van een bijzonder gevoelige expressiviteit. Zijn doe ken Twee Meisjes en Drie Meisjes dragen dezelfde kenmer ken: soms te onbeheerst, nog niet af, maar eerlijk emo tioneel de jonge schilder begint goed los te komen.' Voor Henk Kooger en Liesbeth Binkhorst heeft R. ook nog enige aardige woorden over maar van de overige exposanten, Jongschaap, Heeren, Duvekot, een serie variaties op een boomstronk (de boom stronk staat naast zijn werk opgesteld)', Minderhout en Mes valt weinig meer te zeggen dan dat ze trouw voortborduren op het eens gekozen patroon.' Deze tamelijk kritische opstelling van de recensent zou de toon bepalen van het merendeel der besprekin gen van de kunstkringtentoonstellingen. Men kan zich afvragen of dat altijd terecht was. N.W van Eisen, bur gemeester van Heinkenszand en van 1962 tot 1968 voorzitter van de SZBK, hield de openingstoespraak op 21 december 1963. Hij ging op de maatschappelijke positie van de leden van de ZKK in. Zijn analyse luidde als volgt: 'Op een enkele uitzondering na hebben onze leden geen grote produktie. We hebben hier een beetje met een cirkelgang te doen: de exposanten kunnen over het algemeen niet genoeg verkopen om van te kunnen leven, zodat zij een functie elders moeten ver vullen. Buiten dit dagelijks-brood-werk blijft echter vaak te weinig gelegenheid over voor de ontwikkeling van het eigen kunstenaarschap Er is een onge stoorde concentratie nodig, men moet ook af en toe buiten het eigen isolement treden.'1421 Van Eisen drong voorts op meer overheidssubsidie voor beeldende kunst aan voor de presentatie van en subsidie op de aankoop van kunst. Hij zag echter vele knelpunten tus sen overheden en kunstenaars. De overheden moesten verantwoording afleggen voor de aankopen, en hoe en door wie de werken werden uitgezocht. Pregnant werd Van Eisen toen hij de mentaliteit van de ambtenaar en kunstenaar vergeleek. 'Verbeeldt U zich eens hoe ver een ambtelijk administratief apparaat verwijderd kan zijn van de mentaliteit en de materiële behoeften van de kunstenaars, waarmee dit apparaat op een bepaald ogenblik van doen heeft.' Hij pleitte dan ook voor wederzijds begrip. Daar zouden vooral de gemeentelijke ambtenaren in de vele gemeentes die Zeeland toen nog telde mee te maken krijgen toen zij de BKR moesten uitvoeren. De werken in het kader van die regeling door Zeeuwse gemeenten aangekocht, zijn daar stille getuigen van. Een niet onaanzienlijk deel van de Zeeuwse gemeenten is slordig omgesprongen met de aangekochte werken. In vele gevallen is niet meer te achterhalen waar de werken zijn of (uit)hangen. Reimond Kimpe, Gevels Staren, 1965 De recensent A.V. kijkt vanuit het Zeeuwse perspec tief en hij is opgetogen. 'De tentoonstelling van de Stichting Zeeuwse Beeldende Kunstenaars in de Middelburgse Burgerzaal is een bezoek dubbel en dwars waard bij deze stichting gaat het om een vitale groep: men zit niet stil. Integendeel, er wordt hard gewerkt.'1441 Behalve Jongschaap 'met hele fijne gestileerde composities' en Duvekot met 'een angst aanjagend Astraal Lichaam' schildert de rest van de deelnemers figuratief. Nieuw is CorVerdonschot, regis seur-tekenleraar uit Hulst. Zijn Amazones is opvallend door het gebruik van 'laaiende kleuren, en rijzige, strakke figuren'. De sombere burgerzaal van het stad- 9

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1998 | | pagina 13