satie op te richten.1"1 Ze waren immers lid van
(inter) nationale kunstenaarsorganisaties en niet afhan
kelijk van de Zeeuwse context. Voor de afsluiting van
hetVeersegat in 1961 waren de meesten van hen al ver
trokken naar andere oorden alhoewel Veere tot op de
dag van vandaag een grote aantrekkingskracht blijft uit
oefenen op kunstenaars van diverse pluimage. Met de
oprichting van twee kunstkringen kort achter elkaar
medio jaren vijftig, werd Middelburg het middelpunt
voor de beeldende kunst in Zeeland.
Anneke van der Feer, zelfportret
Pietersisten en Vérburgianen
De Zeeuwse Kunstkring begon zijn leven als
Stichting Zeeuwse Beeldende Kunstenaars (SZBK)
begin 1958. Deze ontstond als gevolg van onenigheid
tussen de leden van haar voorgangster, de in maart
1955 opgerichte Zeeuwse Kunstenaars Kring (Z.K.K.)
die onder voorzitterschap stond van de bibliothecaris
van de ZB, Henk Pieters. De motor achter de Z.K.K. was
de jurist, schrijver en kunstenaar J.C.J. van Schagen die
ook aan de wieg van de ZCAR heeft gestaan.1"1 De
ZCAR adviseerde de provincie inzake culturele aangele
genheden zoals het subsidie- en aankoopbeleid. Deze
raad had een coördinerende taak en vormde een inter
mediair tussen kunstenaar en overheid. De ZCAR orga
niseerde culturele dagen, cursussen en ondernam
belangrijke initiatieven zoals de oprichting van de
Zeeuwse Muziekschool. Achterliggende filosofie van de
ZCAR was het culturele peil van de provincie te verho
gen en cultuurspreiding te bevorderen. Dat was nodig
want de provinciale uitgaven voor cultuur lagen aan het
begin van de jaren vijftig per hoofd van de Zeeuwse
bevolking op 17 cent. De gemeenten deden het met
gemiddeld 61 cent wat beter. Hiermee bevond Zeeland
zich in de achterhoede van Nederland.1"1
Van Schagen spoorde de Zeeuwse kunstenaars al in
1954 aan, onder andere via het Zeeuws Tijdschrift (hij
was er dus kennelijk van overtuigd dat zij dat lazen),
opdat men nu een apparaat schept, een "agent
schap" vestigt, dat de overheid de hand reiken kan, om
het braakliggend arbeidsveld te gaan cultiveren'.1"1
Het zou nog tot 21 maart 1955 duren voordat de
Z.K.K. werd opgericht. Voornaamste doel was het con
tact tussen kunstenaar, publiek en overheid te verstevi
gen. De club zou door ballotering bewust klein gehou
den worden omdat het gehalte van de eerder in 1954
door de ZCAR georganiseerde Eerste Zeeuwse
Tentoonstelling door de oprichters van de Z.K.K. te laag
bevonden was. De discussie over de aard van de ballo
tage, beroeps- of amateurkunst en kwaliteit loopt als
een rode draad door de geschiedenis van de Zeeuwse
kunstenaarsorganisaties. Bovendien, zo redeneerden de
oprichters, zouden vele varkens de spoeling voor de te
verwachten provinciale opdrachten die de Z.K.K. bin
nen zou halen, te dun maken.
Pieters, lid van de ZCAR, wees acht kunstenaars aan
die de kern zouden vormden van de Z.K.K.: Claire
Bonebakker, Hans Heeren, Louis Heymans, Liesbeth
Messer-Heybroek, Reimond Kimpe, Jac Prince, Piet
Rijken en vanzelfsprekend Van Schagen, die secretaris
werd. Op 8 juli 1955 werd de eerste tentoonstelling
van de kring in Middelburg geopend. Daar bleek dat
ook de kunstenaars Van der Feer, Göth en Wim Vaarzon
Morel waardig waren bevonden als lid van de kring. De
tentoonstelling, die in de regionale pers goed werd
ontvangen, ging ook naar Goes en trok in totaal een
kleine vier duizend bezoekers.1'71 Uit een enquête die
werd gehouden onder de bezoekers bleek dat er met
name behoefte bestond aan lezingen, cursussen en
kleine rondreizende tentoonstellingen die ook de klei
nere plaatsen van Zeeland aan konden doen. De Z.K.K.
zou echter alleen in Middelburg exposeren en een
enkele maal buiten de provincie, zoals in 1957 in het
Kunstcentrum Groothandelsgebouw in Rotterdam. Het
4