Namen (dat sinds 1632 in Staatse handen was). De vol
gende dag werden de tenten in deze polder opgeslagen
en op 10 september gebeurde dit in de Kruispolder.
(Balthasar Florisz. van Berckenrode, een cartograaf/
ingenieur die met het Staatse leger meetrok, heeft van
deze veldtocht verschillende kaartjes getekend welke
thans berusten in de collectie van het Brits Museum te
Londen). Als antwoord op de Staatse interventie brach
ten de Spanjaarden op 10 en 11 september een grote
troepenmacht bijeen in het Land van Waas en Hulster
Ambacht. Frederik Hendrik besloot daarop het hazen
pad te kiezen.
In juni 1640 vond alweer een Staatse aanval op
Hulst plaats. Wederom werd fort St.-Anna in de Polder
van Namen als landingsplaats gekozen. Ook deze onder
neming mislukte jammerlijk. Het Staatse leger leed een
smadelijke nederlaag waarbij graaf Hendrik Casimir van
Nassau, stadhouder van Friesland, Groningen en Dren
the door een Spaanse kogel in de rug werd getroffen en
enkele dagen later aan zijn verwondingen overleed.
De veldtocht van 1640
In 1630 waren de Spanjaarden aan de ingang van het
Saeftingher Gat, op de oostelijke punt van de Polder van
Namen, begonnen met de bouw van een groot fort. Via
het Saeftingher Gat zouden de Staatsen het oostelijk
gedeelte van Hulster Ambacht en het Land van Beveren
kunnen aanvallen. Toen het fort in 1632 door de Staat
sen werd ingenomen was het nog maar voor de helft
voltooid. Het werd vervolgens door hen afgebouwd en
in gebruik genomen als ontschepingsplaats voor veld
tochten in Spaans gebied. Na de stormvloed van 1715
en de Kerstvloed van 1717 waarbij de Polder van Namen
verloren ging, werd het fort op 25 december van dat
jaar definitief verlaten. De resten van fort St.-Anna lig
gen thans in de slikken van het verdronken Land van
Saeftinghe begraven.
Eind juni 1640 landden graaf Hendrik Casimir van
Nassau en kolonel Hauterive met zes regimenten
Staatse soldaten bij fort St.Anna in de Polder van Na
men.
Het aanvalsplan was als volgt: om de stad Hulst van
de omliggende forten, welke door linies van communi
catie met elkaar waren verbonden, te isoleren moest
Hendrik Casimir proberen fort Moerschans te veroveren.
Kolonel Hauterive had tot taak tegelijkertijd fort Nassau
aan Staatse zijde te brengen. Frederik Hendrik ging
ervan uit dat beide missies zouden slagen en begon
alvast met het gros van het leger (ook vanuit fort St.-
Anna in de Polder van Namen) naar Hulst op te trekken
om het beleg voor de stad te slaan. Frederik Hendrik
was er stellig van overtuigd deze keer Hulst de genade
slag toe te brengen. Door het falen van Hendrik Casimir
bij een veroveringspoging van fort Moerschans be
hoorde een aanval op Hulst vanuit het oosten nu tot de
onmogelijkheden. (Bovendien was Frederik Hendrik te
laat op de hoogte gebracht van de mislukte verovering.
Zijn legermacht was al aan het optrekken naar Hulst!) In
plaats van de hele operatie af te blazen besloot Frederik
Hendrik om Hulst langs de westzijde aan te vallen.
Daarvoor was het noodzakelijk om in het bezit te ko
men van het bijzonder strategisch gelegen fort St.-Anna
bij Absdale.
Kolonel Hauterive was er in geslaagd fort Nassau te
veroveren. Dit fort lag aan het begin van de zeedijk
richting fort St.-Anna. De Staatsen trokken onder leiding
van graaf Hendrik Casimir in de nacht van 3 op 4 juli
over de zeedijk richting fort St.-Anna. Het fort bleek
onneembaar te zijn en na verschillende mislukte
aanvalspogingen werd besloten om terug te trekken op
fort Nassau. Ondertussen waren er enkele compagnieën
Spaanse ruiterij onder dekking van het nachtelijk duis
ter erin geslaagd op de zeedijk tussen de belegeraars
van fort St.-Anna en fort Nassau te geraken. Toen de
Staatsen zich vanaf fort St.-Anna begonnen terug te
trekken werden ze geconfronteerd met deze ruiterij.
Op de zeedijk ontstond een verbeten gevecht. Bo
vendien werden ook nog Spaanse uitvallen vanuit fort
St.-Anna gedaan. Ten koste van grote verliezen moesten
de Staatsen zich een weg banen over de zeedijk richting
fort Nassau. In het vuur van de strijd werd graaf Hendrik
Casimir door een Spaanse kogel in de rug getroffen en
van zijn paard geworpen. De zwaargewonde graaf werd
door het vluchtende leger meegenomen. Frederik
Hendriks operatie kreeg hiermee een roemloos einde.
Onverrichterzake trokken de Staatsen zich terug op fort
St.-Anna in de Polder van Namen om vandaar weer
scheep te gaan. Graaf Hendrik Casimir overleed enkele
dagen na het fatale schot op negenentwintigjarige leef
tijd.
Voor Frederik Hendrik was het duidelijk dat een
aanval vanuit het noorden tot de onmogelijkheden
behoorde. In 1645 gelukte het hem bij een verrassings
aanval vanuit het zuiden wel om Hulst te veroveren.
De olieverfschets van K.F. Bombled
Vooraan rechts ligt een gesneuvelde soldaat. Hendrik
Casimir wordt 'na bijna een half uur in het strijdgewoel
voor dood te liggen' op zijn paard gezet en 'naar een
veilige schans gevoerd, waar hij acht dagen later over
leed'. Bombled heeft de tragiek van Hendrik Casimirs
vroege dood met de op de grond liggende gesneuvelde
krijgsman extra willen benadrukken. Tevens kunnen we
hier een voorbode zien van het lot dat Hendrik Casimir
acht dagen later zal treffen. Het gezelschap bevindt zich
in de vroege ochtend van 4 juli 1640 op de in 1634 door
de Spanjaarden aangelegde zeedijk. (Geheel vooraan,
buiten beeld, ligt een diepe kreek waardoor het fort
enkel over de zeedijk benaderbaar was.) Vooraan links is
de buitenste, dwars over de dijk gebouwde, palissade
van fort St.-Anna zichtbaar. De Staatsen hebben een gat
in de afscheiding gemaakt om fort St.-Anna langs de
zijde van de zeedijk aan te kunnen vallen. Rechts van de
dijk ligt het Hellegat; Staatse infanteriesoldaten, met
wapperende driekleur, waden door het water naar het
in kruitdampen gehulde fort St.-Anna. Ze worden in de
rug gedekt door cavalerie. Van een grote wanorde is
geen sprake. Er gaat zelfs een zekere rust van het tafe-
24 Zeeuws Tijdschrift