'In de polder overvallen'
ALI PANKOW
Ad Braat en Trees Voorhuis waren net getrouwd in 1957
en hadden zich in de Gouweveersepolder bij Zierikzee
gevestigd toen Ad het verzoek kreeg mee te werken aan
de oprichting van de Zeeuwse Kunstkring. 'Dat wilde ik
wel, maar veel tijd had ik niet. Ik ben ook nooit op pad
geweest om leden te werven', zegt Ad. Het was hard
werken als parttime-tekenleraar aan de HBS in Zierikzee
en hij moest de eindjes aan elkaar knopen als begin
nend kunstenaar. Bovendien volgde hij in die tijd in de
weekends ook nog een opleiding industriële vormge
ving in Den Haag.
'Ik werd dus eigenlijk daar in de polder overvallen
met die vraag, maar ik wilde wel meewerken aan de
totstandkoming van die club."
Terwijl Ad als pottenbakker al enkele jaren aan de
weg timmerde en zijn kunstnijverheid behoorlijk goed
verkocht zag, moest voor zijn vrouw Trees het
kunstenaarsschap nog beginnen. 'Ik ben er altijd eerlijk
over geweest, dat ik een hekel had aan het huishouden.
Leer dan draaien, adviseerde Ad me. Dat heb ik gedaan.
Tien lessen, maar daar leer je het natuurlijk nooit volle
dig mee. Het afwerken heb ik pas geleerd toen ik in
verwachting was van ons derde kind." ledereen kent
Trees als Tessa. Tessa is een contaminatie van haar roep
naam en 'terra', het Latijnse woord voor gebakken klei.
Voor velen is die naam Tessa een begrip geworden.
Zij heeft zich gespecialiseerd in het spel der glazuren.
In Nederland is nauwelijks een keramist te noemen die
zoveel verschillende kleuren in productie heeft. 'Ze is
ontzettend goed in afwegen en mengen. Dat komt
doordat ze vroeger apothekersassistente is geweest',
zegt Ad.
Keramisch werk vanTessa Braat.
32 Zeeuws Tijdschrift
Heeft de Zeeuwse Kunstkring in belangrijke mate bijge
dragen aan hun naamsbekendheid? 'Daar hebben we
nooit zo over nagedacht. Ik denk het eigenlijk niet. We
kregen het in die tijd al zo druk als een pot met pieren.'
De Braten vestigden zich eind 1960 als conservators
echtpaar in het Burgerweeshuis in Zierikzee en brach
ten daar een jaar later al een expositie van eigen werk.
Dat was de start van een nog steeds voortdurende tradi
tie: de zomerexpositie met beeldentuin die jaarlijks
ongeveer zesduizend bezoekers telt. Daarnaast zijn er
de talrijke incidentele ontvangsten in dit monumentale
cultuurpand.
Leraarschap, kunstopdrachten, vier opgroeiende
zoons, onderhoud van en gastheerschap in het Burger
weeshuis, de organisatie en nazorg van genoemde
zomertentoonstellingen. Ad en Tessa hadden er hun
handen vol aan. Is de Zeeuwse Kunstkring eigenlijk een
beetje aan hen voorbij gegaan? Nee, dat toch weer niet.
Ad herinnert zich het gesjouw door de provincie voor
de inrichting van tentoonstellingen. 'Met Antoine Mes
bijvoorbeeld heb ik eens een expositie in Oostburg
ingericht. Zelf hebben we ook trouw meegedaan met de
kersttentoonstellingen. Daar moesten we toch veel
moeite voor doen. Werk brengen met een geleende
auto, want die hadden we in het begin zelf nog niet.'
Voor Tessa kwam de betrokkenheid wat later op
gang. 'Ja, je moest geballoteerd worden en ze waren
destijds heel streng, dus daar heb ik een poosje mee
gewacht.' Ad is ervan overtuigd dat de tentoonstellin
gen van de Kunstkring vooral Tessa toch aardig wat
opdrachten hebben opgeleverd. 'Haar werk was bijzon
der en betaalbaar.'
Ad is in de loop van de jaren overgestapt van klei
naar brons. Het voordeel was dat er een mal en dus
meerdere exemplaren van een ontwerp gemaakt konden
worden. Sinds hij voor het brons koos, is Ad altijd trouw
gebleven aan de formule die hij zichzelf oplegde: eentje
voor hemzelf en vier exemplaren voor de verkoop.
Lieten de Braten zich wat gelegen liggen aan recen
sies van bijvoorbeeld Warren of Enzinck? 'Nou nee, daar
hebben we ons nooit wat van aangetrokken. Je las ze en
dan legde je ze weer weg', zegt Tessa.
Ze is voorzichtig in haar uitspraken, maar laat toch
blijken het onderlinge gerommel destijds binnen de
Kunstkring te betreuren. Het incident Duvekot bijvoor
beeld. Zijn inzendingen waren groot van omvang. 'Dan
gingen de kleintjes weer op hun ponteneur staan dat zij
in verhouding meer werk mochten inleveren. Met dat
gemierepiet kreeg je nou eenmaal te maken.'
De straffe ballotage van weleer had, volgens Tessa,
tot gevolg dat er ook weieens verbittering ontstond. 'Er
is nog een groep geweest die zich WEB noemde. Daar
zaten dan voornamelijk de kunstenaars in die niet tot