PODIUM Kunst in de polder: Een gesprek in de ruimte De polder Cultuur overal De mensen De cultuur zelve Elitair? De geldstromen Bij de jaarlijkse presentatie van het Amsterdamse kunstgebeuren, de Uitmarkt afge lopen augustus, moest heel Nederland weten hoe geweldig, veelzijdig en rijk het met de kunsten in de hoofdstad is gesteld. De tv had zich ook meester gemaakt van de happening, zodat heel Nederland mee kon gapen in de voortuin van Holland - zoals Amsterdam zich schijnt te beschouwen. Nou is die Uitmarkt een lollige gebeurte nis, en er gebeurt erg veel in Mokum, logischerwijze, maar tot in Appelscha en Valkenburg moest iedereen weten dat die Stad aan het IJ de beste is voor con cert en theater en zo. Alsof er helemaal geen cultuurspreiding meer is, en juist de beste producties nooit elders in het land worden herhaald. Dat het begrip 'veel' ook nog eens met 'goed, beter, best' wordt verward, draagt in al dat soort gevallen nog tot de verwarring bij. Wie argeloos naar het kunstgebeuren kijkt, denkt werkelijk dat het buiten Amsterdam in cultureel opzicht stikdon ker is. Dezelfde dag viel er ook een miniem maar o zo schattig foldertje bij my in de bus van het Festival Waterland-Cultuur land. En daarmee ging bij mij thuis een hoera'tje op voor een rondje cultuur in de polder. Het gaat hier om het kleine, maar o zo fijne Festival van Waterland kerkje, een vlek onder de rook (nou ja rook) van Oostburg. Waar grote en kleine plaatsen in over eenkomen is dat ze hun pr redelijk verzorgen. De omvang verschilt ietwat, maar de inzet, en vooral de neus voor pers en propaganda is exact dezelfde. Op de achtergrond van het hele kunst gebeuren staat de calculerende kunste naar, u weet wel het mannetje van Bour- dieu.. Maar maakt de grote Amsterdamse (Rotterdamse, Groningse enz.) bek ook de kunsten groter, of krijgen we alleen maar vertekening? Het enige waarvan ik heb vastgesteld dat het groter werd, waren de ogen van m'n kleine nichtjes in Delft, die de hele late avond mochten opblijven om de Uitmarkt tenslotte in het water te zien vallen. Die schaapjes hebben vast wel last gehad van ver tekening in hun kijk op de cultuur. Maar wie lijdt tegenwoordig niet aan dit verschijnsel? Sinds je - door Internet en zo - wel in elk gehucht een hogeschool kunt vestigen of een uitgeverij of een logistiek centrum, is het aanbrengen van kunst en cultuur op een willekeurige plek geen enkel probleem meer. Maar zo maar ergens in het wilde weg beginnen kan natuurlijk ook niet. De kunsten hebben een aanlei ding op zo'n plek nodig. Ik ben altijd blij als er een heilige op de achtergrond meespeelt. Al is er maar een dubieus meisje in een putje gevallen, of is iemand op mysterieuze wijze z'n handschoenen kwijt geraakt, je hebt een dauwpunt waar de culturele wasem kan neerslaan. De rest komt dan vanzelf. Ik haast mij hieraan toe te voegen, dat ook de mensen zelf veranderd zijn. Het platteland bestaat niet meer, heeft Geert Mak ontdekt. En zelfs het begrip 'boer' staat op losse schroeven. De televisie is wel een door god vergeten medium (ik weet zeker dat god maar heel weinig kijkt), maar iedereen heeft dankzij dat blauwe oog constant deel aan letterlijk alles. Ook het begrip cultuur zelve is nogal op drift geraakt, dat wil zeggen niet theore tisch, zoals ik nu tegen u bezig ben, maar aan de output-kant. Sinds de jaren VOOR UITGESPROKEN MENINGEN 60 hoeft een schilderij niet in alle geval len in een museum en een concert niet meer in een gecapitonneerde zaal. Zelfs bij het Zeeuws Orkest is dat gegeven doorgedrongen. Laatst had je in de krant een foto van een paar mooie musici aan het strand, klaar voor de inzet. Nog niet op blote voeten, maar het begin is er (PZC 9 okt. 98). 'Kunst in openbare ruimte', een uitdrukking die socialisten zo lekker in de mond ligt, heeft dus op allerlei gebied post gevat. Zo zelfs dat straattoneel in mijn ogen een vrij ge wone toneelvorm is geworden. Ik denk aan het Straatfestival van Vlissingen. Cultuur en kunst voor iedereen op onver schillig welke plaats: jawel, maar als cultuur overal maar opschiet gelijk grassprietjes uit het gebarsten beton, dan krijg je dat er een soortje democrati sering ontstaat: alles aan producties en evenementen gebeurt dwars door elkaar heen. In het absurde geval lukt iedereen die de wind mee heeft ook alles. Het gruwelijke voorbeeld is natuurlijk joop van den Ende met z'n Endemol. Hoewel ook daar het verval geloof ik al inzet. Als alles overal moet, verdwijnt ook het elitaire element. Ik ben namelijk dol op elitair. Daarmee zet ik echt geen hoge borst op. Elitair wil zeggen dat een maatschappelijk verschijnsel hoog bo venaan de maatschappelijke ladder begint en vervolgens afzakt. Opera hoort naar mijn idee aan de Amstel, en Rock and Stomp op het Malieveld. Ik had het met die opera Riders to the Sea van Vaughan Williams in Breskens nogal moeilijk. Nou kun je die verworvenheden in deze postmoderne tijd wel door elkaar laten lopen op de wijze van rijp en groen, maar de kans op mislukken is hemelhoog. En voor wie goed kijkt is er tevens sprake van een zekere vervlak king. Breskens: toch echt een gat der gaten, werd door het Residentie Orkest zo'n trekpleister dat de meeste Bressiaanders geen kaart meer konden krijgen. Waar moetje in 's hemelsnaam over praten als alle personeelsverenig ingen naar Verdi's Aïda zijn geweest? Is Miss Saigon niet goed genoeg voor jullie? denk ik soms. Als u het toch over Amsterdam wilt hebben: ik vind die Prinsengracht Concerten eigenlijk ook niks. Met dat verschijnsel Overal-Kan- Alles is over de kunsten een beetje een grauwsluier gevallen. Maar omdat de mensen zo enthousiast zijn, en zo goed onderlegd op kunstgebied, merkje die vervlakking niet. De gevolgen van dit proces zijn gigan tisch: Als elke horeca-gelegenheid straks literair café wordt, en op elk terras Zeeuws Tijdschrift 35

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1998 | | pagina 37