Jan Toorop, Generaal Drabbe
met zijn dochter Mies, tekening
met zwart en gekleurd krijt, 1898.
Particuliere collectie.
aan de Weststraat. De krachtige kop van de generaal en
de onschuldige uitstraling van Mies zouden hem nog
vele malen inspireren. Mies Drabbe trouwde in 1902
met Paul Elout, die een jaar later tot directeur van de
Domburgsche Zeebadinrichting werd benoemd. Het
was Toorop die de plannen voor de Domburgsche
Tentoonstellingen ontwikkelde, maar daarbij had hij
Mies Elout-Drabbe aan zijn zijde en de in Domburgse
zaken ingevoerde Paul Elout als ruggesteun.
De kunstcriticus Albert Plasschaert typeerde Toorop
bij diens overlijden in een In Memoriam als volgt:
Hij kwam binnen, en zond ruimte van zich uit
(de meesten absorbeeren ruimte!). Hij had veel lief,
menschen, zon en schaduw; vrouwen, kinderen; hij was
waardeerend tegenover iedere werkelijkheid; tegenover iedere
poging. Een mensch met al het menschelijke ruim aan
zich; geen eenzijdige heiligheid; een veelzijdigheid, die
de menschen juist las en menschelijk las, omdat zij allen
in hem waren, verdoken of openbaar.
Die eigenschappen herkenden de inwoners van
Domburg ook, of het nu de notabelen, de kunstenaars
of de autochtone bevolking betrof. Zo was Toorop een
welkome gast op De Brouwerij, de boerenhofstede van de
familie Louwerse. Hij schilderde en tekende de familie
leden herhaalde malen, aan het werk in de boomgaard
of op het land, en eens bij het gebed aan tafel. Eén van
de schilderijen was in december 1998 te zien in Slot
Zeist op de expositie Kunst als Passie, een jubileumten
toonstelling van kunstgalerij Albricht uit Velp. Dit divi-
sionistische werk is vermoedelijk tijdens de appelpluk
van september 1905 gemaakt. De jonge Zeeuwse die in
een symfonie van blauwe, groene en blauwpurperen toet
sen appels uit een boom 'harkt', was Johanna Louwerse,
de in 1889 geboren dochter van Bram en Joane Louwerse-
Minderhoud.6 Zij zou trouwen met Chris Wisse; diens
broer Ko huwde Johanna's oudere zusje Maatje en de
laatste twee zijn weer terug te vinden als de houders van
pension Wisse (later Juliana) aan de Ooststraat 4a in
Domburg, het 'kosthuis' waar Piet Mondriaan in 1909
en vermoedelijk ook in 1910 onderdak vond. Ko stond
model voor Mondriaans Zeeuwsche boer (1909/1910),
zijn dochtertje Joane vrijwel zeker voor Zeeuwsch meisje
(1909/1910)7
In Toorops Apostelteekeningen, die vanaf 1909 ontston
den, zijn eveneens inwoners van Walcheren (onder hen
Bram Louwerse) te herkennen. Toorop had zich in 1905
in de katholieke kerk laten opnemen. Zijn werk zou zich
steeds meer gaan toespitsen op mystiek-religieuze onder
werpen en getekende portretten; dat neemt niet weg dat
er nog prachtige luministische, divisionistische en soms
als expressionistisch (Portret van Pablo Casals uit 1904 en
Portret van Lucie van Dam van Isselt uit 1905) en zelfs
kubistisch (Portret van Arthur van Schendel uit 1912) te
omschrijven werken van zijn hand verschenen. De kunst
criticus en schilder Conrad Kickert noemde hem in 1908
'nu de luminist bij uitstek'.8 Vergeten leek in die dagen
Toorops symbolistische periode en toch was die het, die
hem zijn roem in grote delen van West-Europa bezorgde.
'Diese so viel besprochene Erscheinung'9
Na zijn opleiding aan de Amsterdamse Academie (1881-
1882)70 had Toorop zich in Brussel, toen het culturele
14 Zeeuws Tijdschrift 1/99