bouwingen. Dit zijn boerendorpen,
voorbeeld: Dreischor. Daarnaast zijn
er, typerend voor de jongere delen van
de provincie Zeeland, de zogenoemde
voorstraatdorpen, waar kaarsrechte
lijnen en hoeken de boventoon voeren
(voorbeeld: Nieuw- en Sint Joostland,
Schoondijke). Hier had de niet-agra-
rische bevolking de overhand, het
waren nederzettingen met een ver
zorgende functie, met een bevolking
van arbeiders en ambachtslieden.
In zijn eenvoudigste vorm heeft
het voorstraatdorp maar één straat
meestal de Voorstraat genoemd die
veelal loodrecht op de polderdijk is
georiënteerd en die aan weerszijden
is bebouwd. De kerk is een onopval
lend onderdeel van de bebouwing en
in het verlengde van de voorstraat
kwam buiten de polderdijk de haven
te liggen. Bij een wat complexere
plattegrond wordt de voorstraat aan
de landzijde afgesloten door een
kerkhof met daaromheen bebouwing,
waarbij de jongere voorstraatdorpen
rond dat kerkhof een vierkante of
rechthoekige ring hebben. Dit is ook
het geval met Colijnsplaat, dat in dit
boekje vanuit een dorpsbouwkundige
benadering wordt beschreven (met
vijftig illustraties). Ook wordt aan
dacht besteed aan de dorpen Kats,
Wissenkerke, Geersdijk, Kortgene en
Kamperland. Voor wie het nog niet
wist een interessante verhandeling
die inzicht en blikveld verruimt.
Ger Groenleer e.a., Het hek van de
dam.
Uitgeverij ADZ, Vlissingen 1998.
ISBN 90 72838 22x, 128 blz. ing.
24y95
Dit boek (ondertitel: Het verdwijnen
van de boerensamenleving op Colijns
plaat) is het resultaat van de in 1988
opgerichte Werkgroep Geschied
schrijving Colijnsplaat, die in 1998
een boek wilde laten verschijnen
over vier eeuwen Colijn, waarbij
men zich uiteindelijk heeft gericht
op de agrarische geschiedenis van
dit dorp in de twintigste eeuw. In
zeven hoofdstukken (met negentig
illustraties): 'Historische plaatsbepa
ling', 'Bestuurlijke ontwikkelingen',
'Grote boeren, kleine boeren en mid
denstanders', 'Een boterham met te
vredenheid Landarbeiders: lange tijd
de grootste bevolkingsgroep', 'Armoe
de', 'Het einde van de boerenstand' en
'Straatbeeld', geven de samenstellers
(naast Gert Groenleer: Rien Munters,
Kees Tazelaar en Jan Zwemer) een
prettig leesbare schets van een voor
bije tijd, ingekleurd en van reliëf
voorzien door een schat aan relevante
feitelijke gegevens die door de tekst
zijn verweven. Boeiende Zeeuwse
geschiedenis in een notendop.
Martin Ellen de Vriend, Scheeps-
bergers in actie op de Westerschelde.
De Koperen Tuin, Goes 1998. ISBN
90 72138 90 2, 200 blz. geb. 49,90
De ondertitel Bergingsbedrijf Van den
Akker geeft het al min of meer aan:
deze uitgave is gewijd aan vijftig jaar
bergingswerk op en om de Wester
schelde van deze firma (sinds 1965
opgenomen in het concern Smit
Internationale). Na een kort hoofd
stuk over de geschiedenis van het
bedrijf en zijn specifieke werkterrein
op deze rivier, volgt in 72 hoofdstuk
jes van enkele pagina's een selectie
van de diverse grote en kleine kar
weien, van transporten, strandingen
en gebeurtenissen binnen het bedrijf.
Het geheel wordt afgesloten met een
vlootlijst en registers van persoons-
en scheepsnamen. Het is een los
geregen kralensnoer van korte, feite
lijke en nuchtere verslagen, geïllus
treerd met meer dan 160 foto's en
een aantal tekeningen.
Ha.C.M. Ghijsen (red.),
Woordenboek der Zeeuwse dialecten.
Van Velzen B.V., Krabbendijke 1998.
10e dr., ISBN 90 70697 12 2, geb.
1.264 blz. 225,-
Zoals bekend kan één oud boek
belangrijker zijn dan vele nieuwe.
Daarom dient met vreugde de tiende
druk (oplage 500 exemplaren) te
worden gesignaleerd van dit woor
denboek, bijeengebracht door de
Zeeuwsche Vereeniging voor Dialect
onderzoek, onder redactie van dr
Ha.C.M. Ghijsen (1884-1976) die
sinds de oprichting van genoemde
vereniging (1929) daar secretaris van
was. Een citaat uit het Ter Inleiding
van de eerste druk (1964): 'Hoewel
niet het werk van geleerden, komt
deze uitgave rechtstreeks uit de vak
kringen van kenners en liefhebbers
van de plaatselijke taal voort. Moge
ze enerzijds ingang vinden bij hen,
die de vergelijkende studie der Ger
maanse dialecten beoefenen, ander
zijds genoegen verschaffen aan
allen, Zeeuwen en niet-Zeeuwen,
aan wie de taal en gebruiken van
deze streken lief zijn.' En luchtiger
van de flaptekst: dat talrijke
voorbeelden en uitdrukkingen zijn
toegevoegd die uit de volksmond
zijn opgetekend. Niet slechts taal
kundig zijn zij van waarde, zij zijn
ook kenmerkend voor de Zeeuwse
humor en volkswijsheid die de din
gen vaak onverbloemd en raak bij de
naam noemt'. De betekenis van dit
woordenboek (met vele verhelderen
de tekeningetjes door J. Prince) is
algemeen bekend en behoeft geen
36 Zeeuws Tijdschrift 1/99