Op naar de 50
EËÊ
L
J
In oktober 1950 werd tijdens de tentoonstelling Zie
Zeeland in het Feestpaleis in Gent het eerste nummer
van het Zeeuws Tijdschrift gelanceerd. Het was gezien
de doelstelling van het tijdschrift niet vreemd dat het
buitenland daarvoor gekozen werd want het eerste deel
daarvan luidt: 'Het Zeeuws Tijdschrift beoogt verbreiding
van de kennis omtrent Zeeland en zijn bewoners.'
Ongetwijfeld is het ZT daarin tot op zekere hoogte ge
slaagd. In vele publicaties over Zeeland wordt verwezen
naar artikelen in het ZT. Dat is waarschijnlijk te danken
aan het feit dat de redactie het tweede deel van die doel
stelling heeft weten te verwezenlijken: het biedt
daartoe [voor de verbreiding] populair gestelde, weten
schappelijk verantwoorde verhandelingen.' Dus beleven
naast de reguliere lezers vooral weten
schappelijke onderzoekers veel plezier
aan dit tijdschrift. Het grootste gedeelte
van die lezers woont in Zeeland of be
staat uit Zeeuwen in de diaspora.
De verbreiding van die kennis
over Zeeland en zijn bewoners heeft in
het bijzonder in Zeeland plaats. Bij een
enge interpretatie van het eerste deel van
de doelstelling is dat te billeken maar
wilden de grondleggers van dit tijdschrift
eigenlijk niet ook een publiek buiten
Zeeland bereiken om op die manier het
imago van onze provincie op te poetsen?
Ik denk van wel en zelfs in het huidige
tijdsgewricht is dat geen overbodige luxe.
Enige tijd geleden schreef ik in deze
kolommen onder de titel 'U bent een
Zeeuw!!' over een ervaring waarbij de
veronderstelde achterlijkheid van Zeeland
en zijn bewoners mij aan een fikse boete deed ontsnappen.
Dat was een leuke bijwerking van dat 'negatieve' imago
maar een die in andere contexten toch minder wenselijk is.
Nu lijkt het of alleen de Commissaris van de
Koningin zich het imago van Zeeland aantrekt maar
eigenlijk zou iedereen die beleidsmatig of anders bij de
beeldvorming over Zeeland betrokken is, dat tot een top
prioriteit voor het nieuwe millennium moeten maken.
Over dat imago kan toch inmiddels wel een consensus
te vormen zijn? Immers de belangen van industrie en
milieu zijn in de afgelopen twintig jaar steeds dichter
naar elkaar toegegroeid. Het beeld van een provincie
waar nog ruimte is en waar het voor de toeristen ook na
de zomer aangenaam toeven is vanwege de seizoens
verlenging door een uitgebreid cultureel aanbod tekent
zich duidelijk af. Het Zeeuws Tijdschrift wil graag dat
beeld mee helpen uitdragen.
Maar ik dwaal af. Ik wil de lezers vooral infor
meren over wat zij in de aanloop naar de viering van
het vijftigjarig bestaan van het ZT kunnen verwachten.
Inclusief dit nummer verschijnen er nog negen reguliere
nummers waarvan twee themanummers. Zo wordt ge
dacht aan een special over de bevrijding van Zeeland 55
jaar geleden. Op 15 september 2000 zal met een forum
in de Zeeuwse Bibliotheek het jubileum van het ZT
gevierd worden. Dat markeert tevens de
I \X# ^1 opening van een tentoonstelling in die
bibliotheek waarin de ontwikkelingsgang
van het tijdschrift zichtbaar gemaakt zal
worden. Tijdens dat forum zullen een
dubbelnummer met het beste en meest
markante uit de afgelopen vijftig jaar
gangen en het boek 'Zeeland door de
ogen van het Zeeuws Tijdschrift' gepre
senteerd worden waarin onder meer
vanuit diverse gezichtspunten gefiloso
feerd zal worden over hoe het tijdschrift
er in 2050 uit zal zien.
De voorbode daarvan is wel
licht de nieuwe electronische versie die
via de site van De Drukkery (waarschijn
lijk is het geen toeval dat in hetzelfde
pand het tijdschrift geruime tijd gedrukt
werd) aangeboden zal worden. Drie jaar
geleden was er al een aanzet tot zo'n
versie maar die bleek te prematuur. Nu vrijwel iedereen
in het bezit is van een internetaansluiting lijkt de tijd rijp
ook van dat kanaal gebruik te maken om zo niet alleen een
groter publiek te bereiken maar ook een betere commu
nicatie tussen publiek en redactie. Een e-mailtje is sneller
gestuurd dan een ingezonden brief. Over de inhoud van
de electronische versie in het volgende nummer meer.
Nieuw vormgegeven gaat de redactie optimistisch gestemd
de 50 tegemoet.
Paul van der Velde
2 Zeeuws Tijdschrift 1/99