ten, Stad Middelburg n°. i en n°. 2.' Natuurlijk worden
ook de veerverbindingen over de Westerschelde vermeld
en de spoorwegverbinding Gent-Neuzen en Mechelen-
Neuzen. De verrassend hoge korting die de deelnemers
op de reiskosten bij vrijwel alle vervoersdiensten verkre
gen, geeft de importantie van het congres aan. Zo had de
minister van Binnenlandse Zaken de Staatsspoorwegen
gemachtigd tot een korting van niet minder dan 50%.
Op het station maakte het schutterijkorps muziek en
in en buiten de wachtkamers klonk een herhaald hoera.
De voorzitter van de organisatiecommissie stak ter plek
ke een kort welkomstwoord af. Die voorzitter was Mr.
W.C.M. de Jonge van Ellemeet, de ex-burgemeester van
Oostkapelle, oud-lid van Gedeputeerde Staten van Zeeland
en van de Eerste Kamer. Op zijn buiten Overduin te
Oostkapelle verzamelde hij, uit het gewoel teruggetrokken,
een rijke collectie voorwerpen, boeken en handschriften
van en over Jacob Cats, het zogenoemde Museum
Catsianum. Op heden een illuster part van de Bibliotheek
van de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde,
ondergebracht in de Leidse Universiteitsbibliotheek.
Deze De Jonge was een echte aristocraat, zegt een tijd
genoot die het congres bijwoonde, een autoriteit. Maar
ook dit lezen we over hem: in zijn studentenjaren te
Utrecht had hij zich ingeschreven als Jager om tegen
België ten strijde te trekken en een tijdgenoot stipt in
zijn verslag van het congres deze 'politiek incorrecte'
houding aan: voor zo'n gezamenlijk congres geen aanbe
veling. De Jonge heeft er nog op gezinspeeld: de tijden
zijn veranderd en zo.
Een verwarde optocht
Na de begroeting in het station gingen de deelnemers 'in
optocht, opgeluisterd door onderscheidene banieren,
vlaggen en blazoenen', met muziek naar het Schuttershof.
Uit een betrouwbare bron weten we dat gedurende de
tocht het carillon bespeeld werd, zelfs door twee beiaar
diers. Afwisselend, nemen we aan.
De optocht werd voorafgegaan door vier trompetters,
dan kwamen de vlaggen van Nederland en België, gevolgd
door de banieren van die landen en van Middelburg en
Zeeland. Daarna de leden van de organisatie met daar
achter de afgevaardigden van het Zeeuwsch Genootschap,
gevolgd door het muziekkorps der stedelijke schutterij
met haar kapelmeester A. de Jong. Die zullen we die
week nog een paar keer tegenkomen. Dan weer een
banier met Hulde aan de congresleden dit keer. Daarachter
Lange Delft in Middelburg.
stappen ze aan, althans het eerste gedeelte van de deel
nemers. Een afvaardiging van het onderwijs, gevolgd door
bestuur en leden van de rederijkersvereniging Vriendschap
en Vergenoeging sluit aan. Daarna achter hun banier, de
vereniging Uit het volk-Voor het volk, gevolgd door de
delegatie van de Vereniging voor Kunsten en Weten
schappen. Dan het tweede cohort congresgangers. Die
worden gevolgd door afvaardigingen van verschillende
muzikale instellingen uit de stad. We tellen er vier: de
Vereeniging tot Bevordering der Toonkunst, het muziek
gezelschap Uit Kunstliefde, de zangvereniging Oefening
en Uitspanning en als
laatste Middelburg's
Liedertafel, een naam die
in de negentiende eeuw
voor mannenzangvere-
nigingen gebruikt werd.
Dan wordt weer een
banier gedragen die als
een motto voor al deze
congressen kan dienen:
Eendracht maakt macht
en ten slotte sluiten de
volkszangvereniging van Uit het volk-Voor het volk en de
vereniging van typografen Harmonie en Vriendschap
met hunne banieren het cortège, en tot slot weer vlaggen
natuurlijk. Die blazoenen, banieren en vlaggen kregen
een ereplaats in een kunstig gerangschikt compositie in
de grote zaal van het Schuttershof, een 'tropée' zoals het
in de Feestwijzer staat.
De optocht van het station naar het onderkomen van
'de edele handboog' was uitgekiend: Stationsbrug over,
de Stationsweg volgend direct rechtsaf de Korendijk en
de Kinderdijk langs, over de Spijkerbrug, langs de
Dwarskaai, de zuidzijde van de Dam, door de Korte en
Lange Delft, over de Markt, langs de Vlasmarkt naar het
Schuttershof. In het programma was een slecht-weer-
route voorzien: na de Korendijk de Bellinkbrug over en
dan snel door de Nieuwstraat naar de Lange Delft. Een
tijdgenoot, die onder de prikkelende naam Plinius Tertius,
een ironisch verslag van het congres publiceerde, vond
het maar eene 'verwarde optocht' en ook andere verslag
gevers vonden het een ongeordend zootje waar Jan en
Alleman door heen liep.
De nieuwe grote zaal van het Schuttershof, die nog
niet geheel gereed was, was aangenaam en doelmatig
versierd: de busten der beide koningen, de wapenen van
5 Zeeuws Tijdschrift 1/99