De berenning van Aardenburg
door de Franse troepen op 29
juni 7672. Ets door C. Decker.
Geheel vooraan ligt de halve
maan waar een groot aantal
Fransen 'opgesloten' zat.
Van de negen aanwezige stukken lichtgeschut waren er
maar vier bruikbaar; deze aantallen zijn ontleend aan
G.A. Vorsterman van Oyen en wijken duidelijk af van die
welke De Vos en Van Lennep in hun begeleidend commen
taar noemen. Op 25 juni kwam een Frans leger van circa
vijfduizend soldaten voor Aardenburg te liggen.
Een groot geluk voor de stad was dat de Fransen zeer
slecht op de hoogte waren van de topografie en de ves
ting juist op die plaats aanvielen waar zij met het ge
ringste aantal strijdkrachten verdedigd kon worden.
Tot tweemaal toe deden de Fransen een aanval en
beide keren werd de aanval met succes afgeslagen. Bij
de tweede aanval - die duurde van de late avond tot het
ochtendgloren en die ook het hevigst was - bleken circa
620 Fransen in de halve maan opgesloten te zitten. Toen
de aanval voorbij was werden deze vervolgens krijgsge
vangen gemaakt. Met vijftien man tegelijk werden ze de
vesting binnen-gelaten en opgesloten in de kerk. Aan
Franse zijde waren ongeveer 100 doden en een groot
aantal gewonden gevallen, aan Staatse zijde slechts enke
le lichtgewonden. De verovering van Zeeuws-Vlaanderen
was mislukt. Onverrichter zake trok het Franse leger zich
terug.
De olieverfschets van Barend Wijnveld Jr.
Op de vestingwal, temidden van enorme wolken kruit
damp, staan Staatse soldaten en mannen van de
Burgerwacht schouder aan schouder. De voorste gelede
ren hebben de musketten aangelegd en geven vuur. Het
teken hiertoe is zojuist gegeven door (vermoedelijk)
vaandrig Elias Beeckman (midden links met naar bene
den wijzende degen). De soldaten die in het tweede gelid
staan, zijn hun musketten aan het herladen. Jongens dra
gen hoeden vol (op de stoep) fijn gehakt lood aan (de
juiste maat kogels was immers op!). Er zijn ook enkele
lichtgewonden gevallen onder 'onze jongens'. Gelukkig
heeft niemand van de verdedigers zwaar lichamelijk let
sel opgelopen. Dit was aan Franse zijde wel even anders.
Links zien we nog juist de affuit van een van de 'negen
kleine, half onbruikbare stukken geschut'. Vrouwen met
hoeden op zijn nergens te bespeuren. In plaats daarvan
is geheel vooraan een zorgelijk kijkend theekransje van
angsthazen afgebeeld dat weggedoken zit achter een
zware muur, mogelijk behorend tot een der stadspoorten,
en een palissade. Op het hele schilderij is niets van het
'zesduizend man' tellende Franse vijandelijke leger te
bespeuren. De 'dertig man' Staatse soldaten, aangevuld
met 'tweehonderddertig weerbare burgers' beheersen het
gehele tafereel. Zoals op alle andere reeds beschreven
schilderijen in deze reeks is ook dit schilderij weer een
echt staaltje van Hollandse grandeur!. Wanneer een
handvol mensen er in slaagt een overmacht tegen te hou
den, wat is er dan mooier dan dit grote numerieke ver
schil treffend tot uiting te laten komen. Wanneer we kij
ken naar het schilderij De berenning van Aardenburg, dat
in de raadszaal van het Belfort Sluis hangt, dan komt de
ongelijke aanvalssterkte wel heel duidelijk tot zijn recht.
Wijnvelds schilderij past evenwel voortreffelijk in de
17 Zeeuws Tijdschrift 2/99