Foto Johan Klein Het kan zijn dat zijn regiment tussen de bedrijven door ingeschakeld werd bij het verzorgen van de slacht offers van een cholera-epidemie in de omgeving. Dokters en zelfs doodgravers waren gevlucht en alleen op de mannen van het pauselijke leger kon een beroep gedaan worden. Mijn overgrootvader ontving in ieder geval de onderscheiding Bene Merenti, die aan de helpers bij de ramp werd uitgereikt. De grootste overwinning voor de zouaven was de veldslag bij Mentana in 1867, waar Garibaldi definitief werd verslagen. Voor de paus betekende dit overigens niet meer dan een adempauze van drie jaar. Toen werd zijn pauselijke staat alsnog door koning Victor Emmanuel II van de kaart geveegd. Pas onder Mussolini zou de zaak definitief geregeld worden. Bij Mentana verloren 23 zou aven het leven, waaronder 13 Nederlanders; daarentegen sneuvelden er bijna duizend aanhangers van Garibaldi. Daar moet bij opgemerkt dat er ook een aanzienlijk aan tal Fransen aan de zijde van de paus meestreed. Nadat Bart van der Veeke zijn tweede medaille 'Hinc Victoire' in ontvangst nam, reisde hij in 1868 terug naar huis. In Nederland wachtte hem en de overige oud-zouaven een vervelende mededeling: ze verloren hun Nederlandse staatsburgerschap, omdat ze in vreemde krijgsdienst gevochten hadden. Voor een overheidsbetrekking kwamen ze niet meer in aanmerking. Mijn overgrootvader had als arbeider geen last van de maatregel. Voor hem was de indrukwekkende ontvangst in zijn dorp van groter belang. En het feit dat hij tot aan zijn dood als oud-zouaaf een eervolle plek toegedeeld kreeg bij optochten, processies en bijeenkomsten in de kerk. Een tijdje geleden kreeg ik papieren toegestuurd van een heemkundige kring uit Brabant. Een van de docu- 26 Zeeuws Tijdschrift 2/99

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1999 | | pagina 28