zette wanneer de sirene begon te loeien, en we niet meer op tijd naar de bunker
konden.
Mijn vroegste herinneringen zijn oorlogsherinneringen, en ik kan niet zeg
gen dat ik daar zo blij mee ben. Er is toch wel veel blijven hangen van dat alles.
Vooral ook denk ik omdat er zoveel onbegrijpelijks was. Maar goed, ik zal u niet
over de oorlog vertellen. Daar hebt u waarschijnlijk zelf meer dan genoeg van
meegemaakt.
Na mij volgden er nog een heel stel broertjes en zusjes. Zodat het huis steeds
voller werd, met overal kamertjes, hoekjes en afgeschoten plekjes op de zolder.
Want iedereen moest toch ook slapen. In totaal waren we met elf kinderen. Ik
was op één na de oudste. Mijn vader had een boekwinkel in Zoutelande. In die
tijd vond ik dat heel gewoon, maar later heb ik mij daar erg over verbaasd: een
boekwinkel in Zoutelande!! En dat in de jaren dertig (want toen is hij daar
begonnen).
Als niet-Zeeuw, uit Alphen aan de Rijn afkomstig, kwam hij met mijn moe
der in 1936 naar Zeeland. Het toeval heeft hem daar gebracht. Hij wist voor die
tijd waarschijnlijk niet eens waar Zoutelande lag. Alleen het feit dat zijn enige
zuster met een dominee trouwde die daar beroepen werd, deed hem besluiten er
óók heen te gaan. Maar vooral toch omdat zijn zuster erg aan hem gehecht was,
en over een dusdanige dosis heimwee beschikte dat haar tranen niet droogden
vóór hij beloofd had er ook te komen wonen.
Mijn vader was een idealist. Hij was gek op boeken, haalde zijn papieren en
begon een boekwinkel in het volste vertrouwen dat, wanneer de winkel er een
maal zijn zou, de klanten ook zouden komen. Wat niet gebeurde.
Zoutelande was niet gediend van literatuur. Zoutelande wist van het bestaan
van literatuur zelfs niets af. Men las de bijbel en de krant, en daar was het mee
uit.
De winkel werd langzaam maar zeker een winkel van Sinlcel. Naast de boe
ken kwamen er kantoorbenodigdheden, speelgoed, ansichtkaarten, strandartilce-
len en later zelfs cosmetica! De literatuur werd steeds verder verdrongen naar de
hoogste planken en de donkerste hoekjes van de winkel. Jammer voor pa, maar
begrijpelijk. Hij heeft het er altijd moeilijk mee gehad.
Na zijn dood is de winkel nog een tijdje verhuurd geweest aan een boekhan
delaar uit Vlissingen. Daarna kwam er een pottenbakker in en later een groente
man. Het huis staat nu leeg. Mijn moeder is vorig jaar gestorven, nadat ze er nog
jaren alleen had gewoond. Het oude huis waar ik geboren ben, vlak achter de
duinen. Waar je, als je in bed lag zo goed de misthoorn kon horen. En s' mor
gens heel vroeg de vissersschepen uit Vlissingen en Breskens voorbij hoorde
gaan: ik heb het gekocht.... Niet om er in te gaan wonen, maar omdat ik niet kon
verdragen dat een ander er in zou gaan wonen. Het kostte me niet eens veel
geld. En ik kon het doen omdat ik het in de zomer verhuren kan aan toeristen.
Op die manier brengt het zichzelf op, is dat niet prachtig? De maanden dat er
geen toeristen zijn staat het leeg en dapper in de westenwind. Soms ga ik er naar
toe en dwaal wat door de lege kamers. Ga de trap op naar boven en hoor de tre
den weer kraken, als vroeger. Als ik door het raam kijk van een van de zolderka
mers zie ik, als ik op mijn tenen sta, nét het water van de Westerschelde. Ik heb
er een gedicht over geschreven, vlak nadat mijn moeder stierf:
Boekhandel J. Kruit in Zoutelande op
de dag van de opening op 31 oktober
ï938.
33 Zeeuws Tijdschrift 2/99