van het project, bij aanvang van de lente, borduurt hij er, weer voor een periode van een half jaar, op voort met een nieuw activiteitenprogramma dat in nieuwe impulsen moet voorzien. 'In de confrontatie met kunst, kan de mens iets van zichzelf ervaren. En omdat ieder mens anders is, beleeft ieder mens daarbij wat anders. Daarom luister ik liever naar het publiek, dan dat ik zelf wat over m'n werk vertel.' In die trant liet beeldend kunstenaar Peter Jansen uit Zierikzee zich uit, toen de lokale Radio Goes hem de microfoon voorhield met de vraag wat zijn ruimtelijk kunstwerk Stella Maris, één van de attracties in het Tijdelijk Museum Niet Gevestigde Hedendaagse Kunst -2 2000, aan ervaringen met zich meebrengt. In een verslag over het officiële openingsprogramma, op zaterdag 19 december 1998, noteerde PZC-verslag- geefster Ingrid Huibers dat de 'van alle stoelen en waar digheid ontdane Goese schouwburg' was omgetoverd tot een 'kunstpaleis', en in haar beschrijving van de ope- ningsact kwamen woorden voor als 'mooi' en 'prachtig'. Maar verder had ze het er 'griezelig' en 'gruwelijk' gevonden. Ze zag 'grijnzende schedels' en 'kriebelende takkenbossen' gezien, en die hadden haar een 'gevoel van onbehagen' bezorgd. 'Een gevoel dat gedurende de route langs de verschillende exposities almaar heviger wordt.' Wat haar het meest bijbleef, waren 'doodskisten', 'maskers en duivelskopjes', en 'de naargeestige gewelven en water partijen van Peter Jansen'. Zoals Peter Jansen zei: reacties vertellen vaak meer over de waarnemers zelf dan over hetgeen er te zien en te horen is. Want dat je ook heel anders tegen de ambiance in het tijdelijk museum aan kon kijken, maakten media als de lokale omroep, Radio Goes, de thuisblijvers duidelijk. De lokale radiomakers rapporteerden regelmatig over de 'positieve energie', en de 'open, inspirerende sfeer' die ze er aantroffen. Waar media als Omroep Zeeland opvielen door de programmering van het tijdelijk museum vrijwel volledig te negeren, ontpopten de lokale Goese radiomakers zich als wakkere reporters die met de vinger aan de pols nauwgezet berichtten wat er zoal te beleven viel. Zo zond Radio Goes enkele dagen na de officiële opening van de tentoonstellingen een twee uur durend programma life vanuit het tijdelijk museum de ether in. Dat gebeurde in het woensdagavondprogramma Forum 28 van Maarten van Denderen en René van der Vliet. De uitzending had een hoog informatief gehalte. Omdat Radio Goes slechts in een beperkt gebied te beluisteren is, en radioprogramma's de eigenschap hebben snel te vervluchtigen, drukken we hier een aantal, enigs zins bewerkte fragmenten van de uitzending af. De Prins van Oranje Presentator Maarten van Denderen vanuit de studio: 'We zijn er weer, zoals elke woensdagavond. Deze keer weliswaar een beetje gescheiden van tafel en bed, maar we zitten toch vlakbij elkaar, is het niet René.' Verslaggever René van der Vliet: 'Zeker wel, één minuutje lopen, denk ik.' 'Waar zit je precies, jongen.' 'Ik zit in De Prins van Oranje, waar op dit moment het Tijdelijk Museum Niet Gevestigde Hedendaagse Beeldende Kunst is gevestigd. Afgelopen zaterdag was de opening. Tegenover mij zitten Gerard Marinus Verkerke en Henk Postma, de initiatiefnemers, en al wel vaker in Forum 28 te gast geweest om de bijzondere concerten aan te kondigen die hier al in de opbouwfase werden georganiseerd (Verhki da Koreshki, een groep muzikanten uit Rusland, India en Senegal, Altai Hangai uit Mongolië en muzikanten uit de eigen streek). We zijn nu zelf in De Prins van Oranje om een impressie te geven wat hier allemaal te doen en te zien is.' Verslaggever René van der Vliet: Waarom is hier een tijdelijk museum gevestigd? Verkerke: 'Dit gebouw, De Prins van Oranje is gesloten wegens geluidsoverlast. Het mag niet meer als schouwburg worden gebruikt. Maar we vinden dat het niet zomaar leeg kan blijven staan. Het is een potentieel aan ruimte waar we iets ontzettend leuks van kunnen maken, wat een culturele functie kan hebben, zonder dat je daar andere mensen mee tot last bent, en zonder dat je daar overheidsgeld in hoeft te steken. Juist dit soort gebouwen horen een culturele functie te vervullen voor buurt, stad en provincie.' Postma: 'Het is gewoon een logische voortzetting van de activiteiten die we al een paar jaar samen doen, en die hopelijk ook hierna, maar dan weer op een andere plek, gewoon verder zullen gaan: kunstenaars, en ook anderen ruimte geven om los van gevestigde, vaak belemmerende machten en structuren, hun eigenheid vorm te geven. Dat hoeft niet per se aan een plaats gebonden te zijn. Want dan wordt het meteen al weer een gevestigd insti-

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1999 | | pagina 39