Nu komen we in een helder verlichte ruimte. Je gaat eigenlijk van druk naar rustig toe? Van Limbergen: 'Je gaat van de duisternis naar de verlichting toe.' Nou dat is je aardig gelukt. We gaan door een heel smalle doorgang nu, en ik kom in een ruimte die wit is gemaakt. Uit de muur komen bepaalde objecten, bijvoorbeeld twee armen. Vincent doet een kastje open. Wat zien we? Van Limbergen: 'Ja, dat is een beetje mildere kunst. Dat is de andere kant van de kunst die ik maak. Aan de ene kant maak ik redelijk griezelige, enge kunst, een beetje morbide. Aan de andere kant is het heel rustig, verlichtend zal ik maar zeggen. Hier zie je twee handen die een gloeiende bal vast houden. Die bal geeft licht, echt perfecte sfeerverlichting, heel magisch.' Leuk voor in de huiskamer. Van Limbergen: 'Geeft veel sfeer hè.' We staan hier voor een gezellige huiskamer, laat ik het zo maar omschrijven. Van Limbergen: 'Ja wat moet ik er van zeggen: Je ziet wat tafereeltjes hier van verlichting.' In het rechter schaaltje zie ik pilletjes liggen. Ik zie een scheermesje met poeder, eenjles wijn, een flesje bier, wat sterke drank, plus het genotmiddel van paddestoelen, wat sigaretten en zo. Ja dat heeft dus uiteindelijk allemaal destructie tot gevolg. Van Limbergen: 'Dat wel, maar er zijn ook veel mensen die er verlichting in zien.' Hoe lang ben je nou bezig geweest om dit helemaal ingericht te krijgen. Van Limbergen: 'In totaal zo'n drie maanden. Ik kwam hier binnen met foto's van m'n werk onder de arm. Ik kon meteen beginnen, en daarna ging het alleen maar beter. Ik heb deze gang eerst helemaal gesloopt, in twee avonden, en toen ben ik dit er dit in gaan bouwen, een organische gang.' Nou ik moet zeggen dat het je aardig gelukt is. Vooral het begin was heel overweldigend. Maar nu ben ik weer helemaal tot rust gekomen, en ik wens je heel veel succes. Ik neem aan dat achter deze deur niets meer zit. Van Limbergen: 'Nee, dit is het einde van de trip.' De grote zaal en het labyrint Ik sta nu in de grote zaal. In gedachte zit ik hier nog op rij 2, stoel 24. Maar dat was vorig jaar. De tribune is er nu uit. Het is nu een soort plein waarop allerlei objecten staan. Verkerke: We dachten meteen dat dit een prachtige tentoonstellingsruimte zou zijn, met als achtergrond het grote podium, en daaronder de orkestbak. Middenin de zaal zie je een soort tempel. Die heb ik gemaakt voor de dochter van de lachende blonde koe, een beeld dat ik al eerder maakte. Maar het zou in dit bestek te ver voeren om daar nu op door te gaan. Je ziet van voor naar achter een lijn lopen naar het podium toe, naar het labyrint dat daar hangt van diffuus plastic. Dat is de doolhof van Reinier de Muynck, ook uit Goes. Je kunt er naar binnen, en dan kom je uiteindelijk bij weer een labyrint, een spiraal op de vloer. Mooi uitgelicht. Als contrast zie je hier beneden in de oude orkestbak m'n burnboxen staan, beelden die ik gemaakt heb van werk dat ik verbrand heb. Ze staan in het water dat we in de orkestbak hebben laten lopen, zodat je een rivier krijgt. Hier voorin de grote zaal zie je een kasteelachtig gebouw. Dat is De Hoer van Babylon van Aya Waalwijk uit Amsterdam. Er is van alles in te zien. Hij heeft er tien jaar aan gewerkt, en het is nog niet afheb ik begrepen. Ik heb gehoord dat hij er met een vingercameraatje in wil, om de binnenkant in beeld te brengen. Het lijkt wel een soort poppenhuis. Postma: 'Ja, zo kun je het ook zien, alleen het is wel een heel groot poppenhuisje, helemaal gegroeid uit hout en oude gereedschappen. Een sprookjesachtig geheel, met binnenin een miniatuurwereld. Heel organisch. Als Aya Waalwijk De Hoer van Babyion (detail).

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1999 | | pagina 43