Zeelandstad Wereldstad Eerder heb ik eens voorgesteld Zeeland als een decentra le stad te beschouwen met grote en kleine kernen, ver bonden door groene ruimtes, schitterende waterpartijen en een wegennet dat nog begaanbaar is. Wie zou er niet in zo'n stad willen wonen wanneer die voldoende voor zieningen op maatschappelijk, economisch en cultureel terrein heeft? Twee bewegingen geven dit idee meer kracht: schaalvergroting en informatisering. Tegen de achtergrond van de nieuwe rol van de provincie en het intergemeente lijk gebakkelei, wil ik die gedachte wat nader uitwerken. In het regeerakkoord wordt de provincie als bestuur lijke laag versterkt. Dat moet vooral tot uiting komen in zijn integrerende en arbitrerende rol. De provincie lost problemen op, die de gemeentes niet aankunnen of niet in een breder verband willen zien. Wanneer het regeerakkoord gevolgd wordt, kan de provincie daar niet voor weglopen zoals met de kerncentrale (maar dat terzijde). In hetzelfde akkoord is een uitzonderings positie gemaakt voor de grote steden die zich aan de nieuwe rol van de provincie onttrekken. Het zal iedereen opgevallen zijn dat er een heuse staatssecretaris voor het grote stedenbeleid is maar geen voor provinciaal beleid. Nu is er in Zeeland geen grote stad dus dat beleid en het budget gaan aan onze Zeeuwse neus voorbij. Provincies met grote steden profiteren wel indirect mee. Daarom maar ook in een bredere context lijkt een herziening van Zeeland als een bestuurlijke entiteit noodzakelijk: een die de voordelen van de provincie en de stad combineert. Wat is het voornaamste obstakel daarbij? Dikwijls is in deze kolommen de verdelende rechtvaardigheid van het Zeeuwse bestuur aan de orde gesteld. Eigenlijk zou die vertaald kunnen worden als beleidsonbereidheid. Die vloeit voort uit het diepgewortelde eilanddenken bij de bestuur ders èn de bewoners. Dit heeft niets van doen met een lang gekoesterde pluriformiteitswens maar meer met vermeend eigenbelang en kortzichtigheid. De provincie moet met alle middelen een mentaliteitsverandering in dat opzicht teweeg zien te brengen. Die komt nooit alleen van boven af maar dient ook van onderop gedragen te worden door Zeeuwen meer met elkaar in contact te brengen. De ge meentes zouden daarmee een begin kunnen maken door personeel uit te wisselen. Dit zou een eerste stap in de richting kunnen zijn om eikaars problematiek beter te leren kennen en meer begrip voor eikaars standpunten te krij gen. Gemeentes en provincie (wel een met meer vrouwe lijk personeel) tezamen zijn potentieel de grootste Zeeuwse werkgever. Bij de omvorming van de provincie naar een grote stad (waarbij de huidige gemeenteraden deelraden worden die vertegenwoordigers afvaardigen naar de stads raad) ontstaat een groot apparaat dat veel carrièreperspec tief biedt. Zo'n apparaat maakt meer specialisatie moge lijk waardoor professionele bedrijven (de roze invasie) op gelijke voet tegemoet getreden kunnen worden. Niet in de laatste plaats kan de serviceverlening aan de burgers verbeteren. Het werkterrein van de mobiele ambtenaar wordt Zeelandstad wat op termijn een enorme stimulans voor de versterking van de Zeeuwse identiteit zal zijn. In het bedrijfsleven is de schaalvergro ting en het kweken van een bedrijfsiden- titeit al lang aan de gang. Een recent voor beeld is Zeeland Seaports. Op het niveau van de overheden leveren de waterschap pen een goed voorbeeld. In het onderwijs speelt dat proces zich vooral op gemeen telijk niveau af, maar moet nog verder worden verdiept. De braindrain is het voornaamste probleem van Zeeland. Eén onderwijsorganisatie is voor een even wichtige beroepsstructuur in Zeeland stad een voorwaarde. De Hogeschool Zeeland dient zich verder tot universiteit te ontwikkelen. Al bestaande ondezoeks- instellingen zoals het Roosevelt Studiecentrum en de Zeeuwse Bibliotheek kunnen daaraan worden gekoppeld. Zeelandstad kan onder invloed van de netwerkecono mie (die minder fysieke mobiliteit vereist) uitgroeien tot een decentrale stad van een half miljoen inwoners. Er is nog voldoende plek op de dijlcen langs de Schelde. Het model dat de provincie ontwikkeld heeft met de indeling van Zeeland in drie zones: west (recreatie), midden (industrie) en oost (landbouw), is een goed uitgangspunt voor de verdere uitbouw van Zeelandstad. Het zou een van de grootste steden van Nederland zijn en tegelijker tijd de meest aantrekkelijke om in te wonen. Overbodig is het op te merken dat een nieuw stadhuis annex muse um voor de moderne kunst bij die Wereldstad hoort. Paul van der Velde 2 Zeeuws Tijdschrift 2/99

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1999 | | pagina 4