Podium voor Uitgesproken Meningen
40 jaar zeeuwse kunstkring
jfSËsü
.rjrl-r-V- K-,
Geachte redactie,
Met veel plezier heb ik Zeeuws Tijdschrift 49 (1998) 5,
gewijd aan de geschiedenis van de Zeeuwse Kunstkring,
gelezen. Op een enkel onderdeel van de tekst wil ik - zij
het wat laat - reageren omdat ze niet stroken met wat er
echt is gebeurd.
Op pagina 26 wordt de Stichting Beeldende Kunst
Middelburg opgevoerd met als oprichters Jan van
Leeuwen en Gerd Planteydt. Als mijn geheugen me niet
in de steek laat, is mevrouw Planteydt niet bij de (oprich
ting van de) SBK Zeeland betrokken geweest. Zij had,
integendeel, herinner ik me uit een gesprek bij haar
thuis, aanvankelijk nogal wat reserves tegen dit initiatief.
De werkelijkheid is dat één van mijn eerste initiatieven
als verse directeur van de Zeeuwse Culturele Raad (ZCR)
de oprichting van een kunstuitleen in Zeeland was. Ik
kende de SBK's in Amsterdam en Haarlem en vond dat
er ook zo'n instelling in Zeeland moest komen. De raad
vond het een goed idee en droeg me op een plan uit te
werken. Dit doende liep ik op tegen een aantal, ook in
uw tijdschrift opgevoerde activisten uit de hoek van de
BBK, waaronder Jeltje Ratsma en Volkert van der Willigen.
Frans van Bommel, de latere oprichter van de BKKA,
kwam speciaal naar Middelburg om het verzet tegen een
SBK te leiden. De opposanten wilden een artoteek, waar
kunst uit de Beeldende Kunstenaarsregeling (BKR) aan
het publiek werd uitgeleend.
Het plan voor een SBK van de Zeeuwse Culturele
Raad en het BB K-plan voor een artoteek is toen door de
raad aan alle Zeeuwse beeldende kunstenaars toegezon
den met het verzoek een keuze te maken. Het BKK-plan
won het, maar de opposanten verdachten me van mani
pulatie. 'Koch draait om de hete brij', kopte de PZC.
Nadat Gedeputeerde Staten akkoord waren gegaan
met het SBK-plan en een subsidie hadden toegezegd, is
de Stichting Beeldende Kunst Zeeland officieel opgericht.
Jan van Leeuwen, een vurig voorstander van het plan,
werd secretaris in het bestuur. De heer Jobse, architect te
Vlissingen, voorzitter. Later zou zijn zoon, ook architect,
ook een tijdlang voorzitter zijn.
Nog een tweetal opmerkingen met betrekking tot
dezelfde alinea. Het provinciaal bestuur, met name gede
puteerde Van Geesbergen, èn de toenmalige directeur
van de Zeeuwse Bibliotheek waren enthousiast om het
Art Information Centre van Peter van Beveren een
onderdak te bieden in de bibliotheek. Jo de Reij, ambte
naar cultuur op het provinciehuis maakte echter geen
haast met een voorstel aan Gedeputeerde Staten. Toen de
Brabantse Kunststichting in Tilburg Van Beveren voor
stelde om het AIC daar te situeren, verhuisde Peter met
zijn indrukwekkende handel naar Noord-Brabant.
De geschiedenis wordt tenslotte geen recht gedaan
met het slot van de alinea, waarin van een nijpend gebrek
aan visie en het ontbreken van cultuurnota's wordt kond
gedaan. Op 1 juni 1972 verscheen het lijvige Kultuurplan
'72 van de ZCR. In het plan wordt ingegaan op zowat alle
aspecten van een provinciaal cultuurbeleid met prioriteits
stellingen en financiële consequenties. Daarnaast bevatte
het plan een inventarisatie van het Zeeuwse culturele
leven. Zo'n tien jaar heeft het plan gefungeerd als basis
voor het cultuurbeleid van de provincie. Beetje bij beetje
zijn heel wat aanbevelingen gerealiseerd.
Het archief van de voormalige ZCR, waarin de wor
dingsgeschiedenis van de SBK Zeeland en het Kuituurplan
'72 te vinden zijn, bevindt zich nu bij de Stichting Scoop.
Voer voor historici!
Met hoogachting en vriendelijke groet,
H.W.A. Koch
(voormalig directeur ZCR)
50 Zeeuws Tijdschrift 2/99