een directeur het nu goed doet of slecht, na een aantal goede jaren zijn de slechte jaren voor veel VW's kenne lijk onafwendbaar.' We proberen de vinger op de zere plek te leggen. Dat is niet eenvoudig. Hij is ook bij zichzelf te rade gegaan en concludeert dat het om een combinatie van factoren gaat, waarin meerdere personen een rol spelen. En fou ten hebben gemaakt, waarvoor ze verantwoordelijkheid dragen: accountants, bestuursleden, politici èn collega's. Namen noemen hoeft van hem niet, maar wie de schoen past trekke hem aan. Het gaat hèm veel meer om de grote lijnen. Een daarvan is de toegenomen politisering van de gehele maatschappij. Die ziet hij duidelijk en daar ergert hij zich aan. Hem is het verwijt gemaakt dat hij te weinig politiek is. Ten onrechte, vindt hij. 'Ik bèn niet politiek en dat hoort ook zo in deze functie, ik heb ook heel bewust nooit mijn politieke voorkeur uitgesproken. Maar alles wordt juist steeds politieker en dat is voor een uitvoerende professional een groot probleem. Soms wor den er politieke rekeningen vereffend. Dat heeft in dit geval ook meegespeeld.' Een andere grote lijn is de - afnemende - betrouw baarheid van de politiek. Organisaties, bedrijven en instellingen lopen daar volgens hem steeds vaker tegen aan. Wat is een toezegging van de overheid nog waard, kun je nog vertrouwen op beleidsuitspraken? Teveel ineens De feitelijke oorzaken van de crisis bij het BTZ heeft hij nu - na een paar maanden aan de zijlijn - helder op een rijtje. Nuchter en zakelijk praat hij erover. 'Het ging fout omdat de organisatie drie complexe processen ongeveer tegelijkertijd moest realiseren: de herstructurering, de BV-vorming en de nieuwe, ambitieuze huisvesting (het Toeristisch Huis met promotiepaviljoen aan de Nieuwe Burg in Middelburg)', zegt hij. 'Achteraf kunnen we vast stellen dat de organisatie, noch personeel, noch materieel (financiën en automatisering) klaar was voor zo'n opera tie. Bij te veel medewerkers en bestuursleden bestonden bovendien twijfels over de nieuwe koers. Sommige medewerkers werden er letterlijk ziek van. Als directeur stond ik achter de veranderingsprocessen, maar heb dat onvoldoende op bestuur en medewerkers kunnen over brengen. En daar is ook wel iets bij voor te stellen als men op het provinciehuis laat doorschemeren welke medewerkers moeten verdwijnen in ruil voor nieuwe instroom', zegt hij. Ter Heide voelde zich in loyaliteit steeds meer heen en weer getrokken tussen zijn voorzit ter (burgemeester Van der Zaag van Goes) en de gedepu teerde (Van Zwieten). Op een gegeven moment merkte hij dat ze hem hadden opgegeven. Over dat pijnlijke moment zegt hij liever niet te veel. Wèl herinnert hij zich nog goed dat hij het lang niet kon geloven. 'Dit kan mij toch niet gebeuren? Dat krijgen ze niet gebakken!' 11 Zeeuws Tijdschrift 3/99

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1999 | | pagina 13