In zijn brief aan de landelijke collega's beschrijft hij
het later zakelijk, maar niet zonder emotie:
'Discussies over beleid en strategie kunnen lang
voortkabbelen, maar zodra financiën in de knel komen
gaat het snel met een organisatie, vooral als de accoun
tancy in het gedrang komt. Binnen een half jaar werd
duidelijk dat het BTZ veel te grote risico's had genomen
sinds de invoering van de nieuwe structuur. Vooral op
het gebied van projecten waren er enorme tegenvallers
en kwamen toezeggingen op de tocht te staan. Het pand,
met zes inwonende organisaties, pakte ook onevenredig
duur uit, ten dele eveneens door niet nagekomen afspra
ken. De tegenvallers gingen vergezeld van al maar oplo
pende financiële adviseringen. Vanaf een bepaald
moment (welk?)is er geen houden meer aan en blijk je in
een scenario te zijn beland. Wat je ook doet; het gaat
fout, alleen weet je achteraf pas hoe fout.'
Een rampscenario
Eerder verbaasd dan verbitterd kijkt hij terug, als naar
een film waarin hij ongewild een hoofdrol speelt. 'Zo ben
je directeur van een organisatie die het goed doet, zo zit
je in de hoek waar de klappen vallen. Dat kon allemaal
gebeuren in een tijd dat het bestuur op afstand zei te wil
len besturen en ook de provinciale politiek beweerde de
organisatie de ruimte te willen geven. In werkelijkheid
ontstond er een schip met twee kapiteins die van mening
verschilden'.
'Wie sprak er van een sector die volwassen is gewor
den?', vraagt hij zich openlijk af. Hij spreekt van een
rampscenario dat zich heeft voltrokken en waarvan hij en
acht van zijn collega's de dupe werden. Hoewel de kan
tonrechter het bestuur en zelfs de provincie medeverant
woordelijk stelde voor de rampspoed, werden ze gewoon
ontslagen. Dat zit hem nog wel dwars, maar de schade
voor de organisatie is volgens hem veel groter. 'Het heeft
zich allemaal in de openbaarheid afgespeeld, dus de hele
affaire wordt het bureau nog lange tijd nagedragen. En
het is bovendien heel slecht voor het aanzien van de toe
ristische sector in dit gewest. Zeeland doet zichzélf daar
mee tekort en dat vind ik zo jammer!'
'Het was niet nodig'
Hij heeft ook wel zijn bedenkingen bij de drastische
oplossing die is gekozen. 'Alle narigheid was niet nodig
geweest als je bedenkt dat het deficit (van 9 ton) kleiner
is dan de optelsom van mislukte projecten, kosten van
12 Zeeuws Tijdschrift 3/99
externe adviseurs en de afvloeiïngskosten van de wegge
stuurde medewerkers (circa 1,2 miljoen!).' En natuurlijk
was er een moment dat hij dacht: daar gaat m'n loop
baan. 'Er deden de wildste verhalen de ronde, niet op fei
ten gebaseerd en die gingen het hele land rond. Dus ook
in de sector werd het bekend. De schade bleek achteraf
reuze mee te vallen en ik heb ook altijd wel het vertrou
wen gehad dat ik weer elders aan de slag zou komen.
Maar in die eerste periode zei ik toch wel vaak: eerst zien
dan geloven. Zoiets is toch schadelijk voor je persoon',
zegt hij openhartig. Veel tijd had hij bovendien niet met
de magere afvloeiingsregeling van drie maanden. Hij zag
het gevaar van de neiging om bij de pakken neer te gaan
zitten, maar gaf er niet aan toe.