Nehalennia
heette in de
volksmond
Neeltje Jans
Neeltje Jans, is veel ouder, en afkomstig uit de volksmond. De betekenis
is gelijk: het genezende licht bij de Helle, waarmee in die tijd de 'V:;'
Noordzee werd bedoeld. In zijn baanbrekende Filosofie van de
Stabiliteitslagen in de Cultuur als Nesteling der Emoties voert Cornelis k
de Keltische godin Nehalennia alias Neeltje Jans ten tonele als 'het >--■>!,
M
mytisch beeld van de moederbinding', wortelend in het 'natuurlijk
systeem' van de Keltische volkeren die leefden langs de kust van dé
Noordzee, vroeger Hel (Ie), Hol(le) en Harle genoemd. Ze is de golffi
van de geborgenheid: hoedster tegen de angst voor het water, de' -
verslindende diepte van de Hel (Ie)Het christendom maakte daar f
later het vagevuur van. En verving Nehalennia door de Heilige Ma
Nu die, op haar beurt, door het geloof in de techniek is weggevaagd,
biedt de stormvloedkering houvast. Verankerd in de schoot van Neélfje-:,;
Jans, de godin die de verbeelding weer aan de macht bracht.
Er zijn de afgelopen decennia al vele deftige congressen,
tentoonstellingen en studiedagen aan de Godin gewijd.
Maar de gevestigde kringen weten er nog immer geen
weg mee. Het Zeeuws Museum blijft haar hardnekkig
afficheren als een 'inheemse godin uit de Romeinse tijd'.
Alsof de geschiedenis daar ophoudt. Zo kon het dit jaar
gebeuren dat in het museum trots een 'Romeinse zaal'
werd ingericht. Met als pronkstukken een serie altaren
en beelden die aan Nehalennia zijn gewijd. Verweerde
votiefstenen die bijna twintig jaar terug bij Colijnsplaat
uit de Oosterschelde werden gevist, wat betekent dat daar
ooit één van haar tempels stond. Evenals bij Domburg,
waar het strand drieëneenhalve eeuw geleden al brok
stukken blootgaf van een Nehalennia-heiligdom. Die
vondst ontrukte de godin destijds aan het rijk der verge
telheid waarnaar ze door het christendom was verbannen.
Het kan haast niet anders of het altaar dat ooit in Zeeland
door Willibrordus - de brenger van de blijde boodschap -
in stukken werd geslagen, was aan Nehalennia gewijd.
Godin van de Kelten
Inderdaad, de plotseling weer uit zand en water tevoor
schijn gekomen Nehalennia-altaren dateren uit de Ro
meinse tijd. Daar hebben ze bij het Zeeuws Museum
gelijk in. Langs die Romeinse weg kwam Nehalennia de
geschreven geschiedenis binnen. Maar ze was, zoals alle
godinnen, natuurlijk veel ouder. Ze was de prehistorische
godin van een Keltisch volk uit West-Europa dat leefde
langs de kust van de Noordzee, die destijds heel anders
heette. In de streek die nu door Vlamingen en Zeeuwen
wordt bewoond, noemden ze die zee de Hel(le). Wat
noordelijker werd het de Hol(le). En in de streek die nu
Friesland heet spraken ze van de Harle. Oudheidkundigen
krijgen maar weinig vat op die tijd. Ze staren zich blind
op de teksten die in de altaren van Nehalennia staan
gegrift. Dat was taal van de Romeinse geleerden. De
naam Nehalennia werd hen door Keltische priesters, de
druïden, gedicteerd. Wat er schuil gaat achter die naam,
vertellen de geschiedenisboeken niet. Die wetenschap
hadden alleen de Kelten.
De Keltische cultuur ligt verborgen onder opeen
volgende lagen Griekse, Romeinse en christelijke cul
tuur. En voor wat het Zeeuwse deel van de Delta betreft,
ook nog eens onder dikke lagen slib, zand en water. De
Kelten zelf schreven niet. Behalve wat geheimtaal van de
priesters, kenden ze geen schrift. Ze onthielden alles uit
het hoofd, met als gevolg dat we slechts weinig van hen
weten. Tenzij we teruggaan naar de taal, afkomstig uit de
volksmond, en zoals die destijds door de Kelten werd
gesproken.
De filosoof prof. dr. Arnold Cornelis, hoogleraar in de
sociale theorie van de kennis aan de Vrije Universiteit
Brussel, keek verder dan de dode stenen van de archeologie.
Zijn Filosofie van de Stabiliteitslagen in de Cultuur, bezorg-
20 Zeeuws Tijdschrift 3/99