Nehalennia-altaar met zij-inscripties. Opgevist bij Colijnsplaat in 1970.2 Blijkens de inscripties werd het altaar opgericht door twee of drie personen met Keltische namen. De idee van een pelgrimstocht en een bedevaartsoord komt tot uiting in de figuur rechtsonder. Ook is te zien hoe de pel grims hun brood verdienden, als trekkende ambachtslui en met laden en lossen. De Godin Nehalennia.^ Een van de ruim honderd altaren en beelden die in 1970 werden opgevist bij Colijnsplaat. Opschrift: 'Jegens de godin Nehalennia heeft Vegisonius, schipper uit het land van de Secuani (Seine-streek) zijn gelofte ingelost, gaarne en met reden.' Vegisonius is een Keltische naam. Met haar voet houdt de godin een boot in bedwang. Naast haar, als huisdier, een hond. Dat kan een verwijzing zijn naar een Aards Paradijs, waar mensen en dieren samen leefden. De hond kan ook begeleider zijn naar het Dodenrijk. In haar hand een bos bloemen, takken of aren, rustend op een mand met fruit. De symboliek verwijst naar een matriarchale, vege tarische cultuur van vruchten en landbouw. De appels, waar mee Nehalennia vaak werd afgebeeld, zijn een Keltisch sym bool voor de thuiskomst (in de moederschoot). Later, in de christelijke cultuur, wordt de appel symbool voor de zonde val, de overgang van het 'natuurlijk' vrouwelijk systeem naar het patriarchaal regelsysteem. Cornelis oppert dat de Bijbelse Eva ook uit Keltisch erfgoed afkomstig is. 'Het is opmerkelijk', meldt hij, 'dat Eva dezelf de taalwortel heeft als eve, de Keltische naam voor water'. Bij de Kelten waren godinnen en nimfen verbonden met water: de bron en de eindbestemming van alle leven. den hem de sleutel: de wortels van taal, of liever de 'moedertaal'. Want daarin ligt het spoor terug naar het 'natuurlijk systeem' van de Kelten, een samenleving van mythisch denken, voortbrenger van de eerste grote Europese beschaving. Die was nog niet geordend volgens de techniek van schrift, wetgeving en 'sociale regelsyste men'. Daar was een tweede beschavingsgolf voor nodig, de Griekse, met als kenmerk het schrift, gevolgd door een Romeinse met een wetgeving, leger en politiek sys teem. De Kelten waren een zeevarend en trekkend volk dat uitzwierf over heel Europa tot in Klein-Azië toe. Ze ver breidden hun cultuur van de 'mythische geborgenheid' in 'het natuurlijk systeem' langs de wegen van de com municatie in die tijd, namelijk over water. Ze vormden dan ook niet zozeer een volk, als wel een beschaving, het 21 Zeeuws Tijdschrift 3/99

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1999 | | pagina 23