was een mengeling van volkeren en talen. Maar de beel den, de archetypen van mythisch denken, waren dezelfde. Die bepaalden de eenheid van denkwijze van de cultuur. Veel van die oude mythische beeldvorming, ontstaan langs de rivieren en de kusten van Europa, werd in aan gepaste vorm door de latere Griekse, Romeinse en chris telijke culturen overgenomen. Zonder bronvermelding, voor eigen doeleinden aangepast, en via het schrift vast gelegd. Zo werd Nehalennia, de godin van de vroegere Scheldemonding, als symbool van de moederbinding afgevoerd en vervangen door de Heilige Maagd. Die ver scheen daar in de gestalte van een raadselachtig tot stand gekomen schilderij. De streek van Nehalennia's heilig dommen veranderde daarmee in een christelijk bede vaartsoord, genaamd Onze Lieve Vrouw in de Polder (Vrouwenpolder) 'Griekse filosofen vermelden dat ze de Keltische druïden als hun leermeesters beschouwden. De eerste filosoof van de oude Griekse wereld, Thales van Milete, in Klein-Azië, verkondigde ruim zes eeuwen voor Christus, dat alles was ontstaan uit water. Hoe hij daar bij kwam weten we niet, maar we kunnen het nu begrijpen. Want Milete was een handels stad, gelegen aan een rivier, met veel invloeden, het was een Keltisch motief.' Mist en regen Er zijn aanwijzingen dat de Griek Homerus zijn verhalen, de Ilias en de Odyssee, optekende uit de mond van een Keltische druïde, en dat die vertellingen uit Enge land en Zeeland afkomstig zijn. Homerus situeert zijn vertellin gen in de Griekse wereld. Maar dat spoort niet met het klimaat waarin ze zich afspelen: het is een klimaat van mist en regen, een zee met een sterke eb- en vloedbeweging, en typisch Keltische gebruiken als lijkver branding. De Nederlandse eco noom Iman Wilkens, residerend te Parijs, vestigde daar bijna tien jaar geleden al de aandacht op Arnold Cornells, zoals geportretteerd op de achterflap van zijn boek Logica van het Gevoel, Filosofie van de Stabiliteitslagen in de cultuur als Nesteling der Emoties. in zijn lijvige Engelstalige studie Where Troy once stood, verschenen bij de Londense uitgever Rider. Wilkens suggestie als was het Zeeuwse deel van de Delta ooit een religieus centrum van de Kelten, werd door oudheidkundigen meteen naar het rijk der fabelen verwezen. Maar hun argumenten klonken weinig over tuigend. Het heeft er veel van weg dat ze de geschiedenis liever laten ophouden bij het punt waar hun vakgebieden verder kijken onmogelijk maakt, dan andere disciplines serieus te nemen. De filosofie van Cornelis, geschraagd met de vrucht van zijn taalkundig onderzoek geeft oplos singen voor raadsels die de oudheidkundigen tot dusver met de mond vol tanden heten staan. Kort en goed komen zijn belangrijkste bevindingen hier op neer: De betekenis van Nehalennia is dezelfde als die van Neeltje Jans, de naam van de zandplaat waarop Rijkswaterstaat de Oosterschelde-stormvloedkering bouwde. Beide namen betekenen 'het genezend licht bij de Hel(le)', tegenwoordig de Noordzee geheten. Nieuw is dit alles al lang niet meer. Cornelis schrijft er al enkele jaren over. In zijn bijna achthonderd bladzijden tellend boek over de Logica van het gevoel, waarin hij zijn Filosofie van de Stabiliteitslagen in de Cultuur als Nesteling der Emoties, uit de doeken doet, wijdt hij er anderhalf hoofdstuk aan. Dat boek is inmiddels al in achtste ver meerderde druk verschenen. Hij publiceerde er ook over in een Zeeuws heemkundig tijdschrift. En hij maakt er al jarenlang gewag van tijdens de honderden spreekbeurten waarvoor hij overal in het land, en ook in Zeeland, wordt gevraagd. En toch blijft gevestigd Zeeland doof. Zoals ook de geleerdentaal, lange tijd de oorsprong van alle schriftelijke bronnen, alle kennis over de Keltische oor sprong van de Schelde-godin wegpoetste. Neeltje Jans mag blijven Daarom terug naar de volkstaal. Want daarmee komen we wel verder. De volksmond zorgde ervoor dat Neeltje Jans, als naam voor de zandplaat in de Oosterschelde- monding, door de eeuwen heen behouden bleef. Ze werd gebruikt door schippers en vissers. Op zeekaarten kwam ze niet voor. Pas aan het begin van de negentiende eeuw verscheen Neeltje Jans voor het eerst op de kaart. 'Dat gebeurde door toedoen van een Franse cartograaf, onder invloed van de Romantiek. Want pas in de romantiek hechtte men waarde aan het volkseigene, met zijn mythen en sprookjes, en aan de namen die door het volk werden gegeven.' 22 Zeeuws Tijdschrift 3/99

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1999 | | pagina 24