tingen betreffende Uw mogelijke samenwerking met mij aan een boek want: Er liggen hoge, prachtige gedachten in mij op hun gedacht-worden te wachten. Maar juist hun hoogte maakt mij diep neerslachtig: Ongepubliceerd gedicht ik kom er niet meer op. Ik ben haast 80. van A. Viruly. Tenslotte nog extra bedankt voor het sonnet over Uw ouderlijk Zoutelandse huis, waarmee u Uw brief beëindigde. Gelukkig werd ik nooit psychiater. Anders zou ik U nu zeker in moeilijke Freudiaanse taal en geheel ten onrechte willen uitleggen, dat U voor levenslang juist sonnetten bent gaan schrijven, omdat, naar ik in dat vers lees, de trap in Uw jongste jaren óók veertien moeilijke treden had. A propos: bij mijn lezen van Uw bundels en denkend aan een mogelijk samen bezoeken van onze dorpen viel me nog in: Westkappel leeft van aan de dijk te werken; van werken leeft men ook in Biggekerke. Het is een heel karwei een dijk te dichten, maar ook om dichtende een rijk te stichten, waartoe de stormwind en de wilde zee vrijtoegang houdt - maar dat door een Idee zich veilig voelt ook als de noodklok luidt in ieders oor. Zó dicht Johanna Kruit. Met palen en bazalt zwoegen veel mannen; de vloed bij Westkapelle blijft gestuit. In Biggekerke zit Johanna Kruit alleen, in stilte en onder de pannen. Zij vindt er in een kleine cel ontspannen Ongepubliceerd gedicht met waar monnikenwerk haar buskruit uit. van A. Viruly. (handtekening) J Biggekerke, 25 november 1982 Beste meneer Viruly, Deze brief liet even op zich wachten, omdat ik het ontzettend druk had met erg veel vage dingen die toch allemaal heel belangrijk leken te zijn. Dit uurtje aan mijn bureau is een heerlijk rustpunt vandaag, straks moet ik weer gaan hollen! Geniet U ook zo van het leven? Ik vind het heerlijk om met heel veel dingen tegelijk bezig te zijn. Dan word ik steeds elastischer en kan steeds meer. Hoe zou dat komen? Om half acht 's morgens loop ik de kamer al te stofzuigen. Heb intussen al ontbeten en mijn haar gewassen. Zoals vanmorgen bijvoorbeeld. Daarna even snel de krant inzien, koffie drinken, en om half negen sta ik met de auto op de Boulevard in 36 Zeeuws Tijdschrift 3/99

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1999 | | pagina 38