Podium voor Uitgesproken Meningen
Biggekerke, 4 december 1982
Okay, de teerling is geworpen
Dit eiland met de kleine dorpen
siert zich reeds op met veel plezier
voor uw bezoek, o vliegenier!
Die spoorslags hier straks heen komt snellen
voor een bezoek aan Westkapelle
Aanstaande dinsdag, I remember
de datum goed: zeven december!
(handtekening) Johanna Kruit
Geachte redactie,
Ruim 65 jaar geleden kon ik van mijn opgespaarde zak
geld bij boekhandel Van Benthem Jutting op de Burg
(in Middelburg) het felbegeerde boek van Viruly getiteld
Voor vrij?... Contact! (in prachtband f 4,25) aanschaffen.
In het eerste hoofdstuk beschreef Viruly de laagste
klassen van het toenmalig gymnasium aan de Latijnse
Schoolstraat die uitzagen op een vochtige binnenplaats
zoals de auteur zegt. Net als Viruly had ook ik in deze
lokalen geluisterd naar de mythologische verhalen die
rector Stutterheim ons vertelde. Sindsdien heb ik alle
boeken van Viruly gelezen, herlezen en genoten.
Deze (te) lange inleiding is bedoeld om U te laten
weten hoe blij verrast ilc was in het laatste nummer van
het Zeeuws Tijdschrift te lezen dat U zes afleveringen gaat
besteden aan de briefwisseling tussen mevrouw Kruit en
Viruly.
Wat mij opviel was dat in het door U gepubliceerde
artikel op pagina 31 het sonnet getiteld 'Amsterdamse
gedachten' in de uitgave Reissonnetten II van Viruly (twee
de gewijzigde en aangevulde druk, 1985) als titel
"Zeeland1 draagt. Ook regel 16 van dit sonnet is anders.
In Reissonnetten staat te lezen: 'Ach, was ik maar op
Walcheren gebleven' terwijl in Uw artikel de meer 'huise
lijke visie' is te lezen: 'O, was ik maar bij moeder thuis
gebleven'. Ook in het mooie gedicht 'Westkapelle' is
regel elf veranderd, '...gehoorzaam meer dan vijftig dui
zend malen' wat in de tweede druk luidt: '...gehoorzaam
bijna zestig duizend malen'.
Hopende met deze aanvulling de lezers een dienst te
hebben bewezen,
Met vriendelijke groet,
Hoogachtend,
Dr J. Schouten
Naschrift
Ik dank de heer Schouten voor zijn enthousiaste reactie
en aanvullingen. In deze uitgave wordt de tekst van de
briefwisseling gevolgd en daarom zullen er ongetwijfeld
afwijkingen zijn met gedrukte versies van de gedichten.
Ik beschouw zulke verschrijvingen als dichterlijke vrijhe
den. Bovendien zijn deze gedichten waarschijnlijk uit de
eerste druk overgenomen. Immers ten tijde van het
schrijven van de bedoelde brief was de tweede druk nog
niet uitgegeven.
Paul van der Velde
41 Zeeuws Tijdschrift 3/99