overtuigd dat het slechts de werking van bepaalde hor monen betreft, maar als het je eenmaal te pakken hebt, doet het er allemaal niet meer toe. Alles willen, maar niets doen: die verlammende gelukzaligheid.' Naast de tekeningen zijn er ook een aantal foto's op de icosaëder bevestigd: een hand die reikt naar de vrij heid, een man alleen op het podium, rijen tekstverwer kers naast en achter elkaar, een jonge femme fatale, het silhouet van een soldaat: stuk voor stuk sterke beelden die de dilemma's en tegenstrijdigheden in elk mens en in Pepijn in het bijzonder verbeelden. - - PuaW Wihiï^L kJOA^ VY\ c^W*e/l (luV VCw> WifuX cA cS^vu'iAr Ql}r_ \rOQ- Glödif f clctV UCOC2, vthUl&ol - Alll/) imuqA- v\ïg}/? cloa^ \J0hjUvvTow\t/v\ö/^' QtkbJutU.v qjWA tA - Conflict 'I think e[ I feel, therefore I am'. Het eeuwige conflict tussen gevoel en verstand heeft Pepijn verbeeldt aan de binnenkant van de icosaëder. Aan de ene kant zie je ver schillende kleuren roze en rood in diverse materialen die steeds anders aanvoelen. Twee handjes houden een men selijk hart omhoog. De andere helft toont de hersenen met de benamingen van de verschillende hersenkwabben erbij. Ernaast zijn wijzerplaten bevestigd en ook platte gronden van metro's verduidelijken de betekenis van het rationele: een ingewikkeld netwerk, waarin tijd en andere externe factoren een grote rol spelen. 'Er is altijd een conflict tussen wat je denkt dat je moet doen en wat je voelt dat je moet doen. Mensen zeggen dat je je hart, je gevoelens moet volgen. Maar hoe? Gevoelens kunnen duidelijk zijn, maar het is juist de interpretatie van de hersenen van die gevoelens die het zo verwarrend maakt.' Analyseren Dat een jongen van zeventien zichzelf zo kan analyseren, daar zal menig volwassene jaloers op zijn. Deze analyse wereldkundig malcen, zouden velen weigeren. 'Jij' ligt toch maar op een tafel in de schouwburg van Middelburg, in Muziekcentrum Vredenburg. Iedereen kijkt ernaar. Iedereen kijkt naar jou. 'En toch heb ik geen drang mezelf te laten zien. Maar ik heb er geen spijt van dat ik heb meegedaan, ook al stel ik me kwetsbaar op', zegt Pepijn. Pepijn lijkt bijna het tegenovergestelde van een exhi bitionist; hij komt introvert over, timide bijna. Hij is voorzichtig met zijn woorden, spaarzaam. Maar mis schien komt dat ook door de onwennige situatie. Welke persoon zou niet stilvallen als een redacteur langskwam om even de persoonlijkheid van geïnterviewde door te nemen? Alle bewondering voor de rust waarmee Pepijn antwoordde, de durf om te zeggen dat hij niet overal een antwoord op heeft, het lef zo eerlijk mogelijk te praten over jezelf. En dat terwijl je ouders in de kamer zitten, en hard hun best doen niet mee te luisteren en een boek te lezen. Genetisch bepaald Wanneer je over 'ik' praat en over het gevoel en het ver stand, dan heb je het indirect ook over de factoren die je hebben gevormd: je ouders, je school, je vrienden, je familie, televisie, boeken, film, noem maar op. Er is de laatste maanden wat discussie over de vraag wat nu be langrijker is in de vorming van een mens: het genetisch materiaal dat je meekrijgt van je ouders, of de invloed van je omgeving. Wat denk jij dat meer invloed heeft gehad? Pepijn zegt na enig nadenken: 'De omgeving is heel belangrijk en heeft me meer gevormd dan mijn ouders denk ik.' 'En dat tekenen dan?', mengen vader en moeder zich in het gesprek. 'Als jij andere ouders had gehad die je niet al met de kinderwagen museum in en museum uit hadden gesleept, was je misschien wel een heel andere kant uit gegaan.' Pepijns ouders zitten alle bei in het onderwijs en schilderen in hun vrije tijd: de een abstract, de ander figuratief. De waarheid tussen de invloed van de genen en de 'pears' zal wel ergens in het midden liggen. 'Ik ben tevreden zo', besluit Pepijn. Pepijn Berghout toont het icosaëder. 5 Zeeuws Tijdschrift 3/99

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1999 | | pagina 7