■§Êk
Mm
Bob Pingen, WHITE A PLAY, 1975, Hulst.
matig naast ander werk ook kunstenaarsboeken. Als ik
hem opzoek, zijn er altijd wel nieuwe die nieuwsgierig
worden doorgebladerd. Van zijn boeken dringt naar mijn
idee te weinig tot de buitenwereld door.
In 1997 heeft Willem Buijs in De Bewaerschole van
Haamstede op mijn verzoek voor de reeks thema-exposi
ties Een Ongekende Schittering een tentoonstelling gemaakt.
Hij liet daar ondermeer twee werken zien die het resul
taat waren van een reis naar Chott el Djerid, het zout
meer der luchtspiegelingen in Tunesië. Het ene werk
was de projectie van één dia op de witte muur, het andere
een fraai boekje waarin op zwarte bladzijden twaalf dia's
waren afgedrukt. Hij had zich de vraag gesteld: 'Zou je
een fata morgana kunnen fotograferen?' Dit intrigerend
verschijnsel was hij te lijf gegaan met een luchtlens in
een koker die verbonden was aan een camera obscura.
Tot mijn verrassing vertelde hij dat hij ook een aantal
andere boeken had gemaakt. Sommige waren in oplage
verschenen, maar de meeste waren unica die nog nooit
waren geëxposeerd. Hij wilde ze aan mij toevertrouwen
als ik ze in Zeeland wilde exposeren. Dat vertrouwen
nam ik mee.
Ik dacht aan het Getijdenboek van Joop Dam dat bij
mij in de kast stond en de boekjes van Sophia van den
Heuvel die ze had getoond in Vlissingen en Sluis. En
had ik niet ooit bij een tentoonstelling van Kunst uit
Zeeland een mooi gebonden boek van Henny Schrijver
gezien dat over een moestuin ging? Verder kwam ik niet.
17 Zeeuws Tijdschrift 4/99