Marinus van Dijke, stuifplek, Haamstede, 1996. Reynier de Muynck, Boek van de dood, 1970-1971, India/Goes. Willem Buijs, Highway 183, 199]
Speurtocht
Het verborgen leven van het kunstenaarsboek liet me
sindsdien niet los. Steeds duidelijker zette zich vast; 'Wat
is er in Zeeland gebeurd op het gebied van kunstenaars
boeken?' Om antwoord te krijgen werd contact gezocht
met de Provinciale Griffie, Kunstuitleen Zeeland, de
Zeeuwse Bibliotheek en Scoop. Het concept wekte daar
verwachtingen en bedenkingen maar de nodige logistie
ke en organisatorische steun werd verworven. De groot
ste bedenking was dat er te weinig respons zou zijn om
exposities van Zeeuwse kunstenaarsboeken samen te
stellen. Zelf wilde ik met weinig genoegen nemen als de
zoektocht maar zou kunnen beginnen, en ik antwoord
kreeg op de vragen. En als het aantal kunstenaarsboeken
tegenviel, zouden bij de exposities werken van kunste
naars die Zeeuwen hebben geïnspireerd een goede aan
vulling kunnen betekenen.
Het project zou als een olievlek moeten werken.
Kleine exposities verspreid in de provincie die kunste
naars zouden prikkelen om achterom te kijken en aan
hun geheugen te krabben. En dan een publicatie en slot-
expositie in Middelburg van alle boeken die boven water
waren gekomen.
Uitnodigingen aan de kunstenaars om zich aan te
melden voor boeken boven water gingen de deur uit.
Maar het zoeken begon pas goed na de eerste reacties.
Het was niet zo moeilijk de boeken die in de jaren
negentig gemaakt waren in zicht te krijgen. Die maakten
het grootste deel uit van de boeken die binnen kwamen
voor de selectie bij Kunstuitleen Zeeland. Naarmate we
langer bezig waren, begon mijn geheugen zijn eigen ver
stofte hoeken in beeld te krijgen. Namen van kunstenaars
en hun boeken kwamen boven drijven. Van Willem Buijs
kregen we boeken vanaf de jaren zeventig. Jeltje Ratsma
had toen ook eigenzinnige boeken gemaakt met titels als
Het lot van het boek, Short Story en andere. Henny Schrijver
had een koffertje gebracht met boeken en belde me later
op voor een uitvoerig gesprek. Zij wees op haar samen
werking met Ben Sleeuwenhoek in de jaren zeventig. En
weer vielen de namen van twee kunstenaars die voor hen
van belang waren geweest en die ik al eerder van anderen
had gehoord: Ben d'Armagnac en Gerrit Dekker.
Geruchtmakende jaren
Zij hebben van 1966 tot 1970 eerst in Lewedorp en later
in Vlake en Rilland gewoond en gewerkt. Integratie van
het dagelijks leven in de kunst was de gedachte die hen
leidde. Hun werk was van een geruchtmakende eenvoud
zoals bijvoorbeeld dagboekbladen etsen en spijkeren op
planken, oesterzeven stapelen in de tuin van het Zeeuws
Museum en geteerde hutten bouwen voor de galerie van
Jan Juffermans in Terneuzen. Toen il< over hen las in de
bibliotheek van het Stedelijk Museum in Amsterdam
werd weer geducht aan mijn geheugen gekrabd. Berich
ten en beelden kwamen boven die waren weggezonken.
Maar hadden zij ook boeken gemaakt? Van Gerrit Dekker
18 Zeeuws Tijdschrift 4/99