WATER RONDOM EN VLEUGELS (ongedateerd) Lieve Johanna, Zo hebben we dan op een goede dag samen door onze dorpen gelopen. Die goede dag is nu twee etmalen voorbij. Het boterde, waar of niet? Terwijl ik terug reed naar Amsterdam - dat rumoerige, vervuilde andere woonoord, waar ik alleen besta omdat mijn vrouw er voor haar werk woont- dacht ik, dat het zelfs extra goed geboterd had tussen twee mensen, die toch maar sinds heel kort con tact hebben. Wat dat betreft werd ik ernstig corrigerend op de vingers getikt zo gauw als ik thuis kwam. Want toen ik daar op een plank met drukwerk over Zeeland zocht naar een foto van mijn oude, weggebombardeerde Middelburgse HBS, duwde het soort altijd precies op tijd komende Bestiering, dat een mens zo verwonderen kan, me een boek in handen, dat Zeeuws Landschap heette. Het stond vol met bijdragen van vijftig 'beeldende kunstenaars en schrijvers' en het was zes jaar geleden verschenen - lang genoeg geleden om door mijn oude hoofd totaal ver geten te zijn. 'Een mooie uitgave; zou ik er ook in staan?' dacht ik met eerzucht, waar ik minstens veertig jaar te oud voor was. En ja, waarachtig: op bladzijde 84 zag ik een rijmsel, dat ik eens in Zuid-Frankrijk geschreven had. Waar ging het over? Over kersen, die ik met mijn medescholieren Jo van Schagen, Zus den Turk en Frans Elout had zitten eten in de al zo lang geleden opgedoekte 'Stoomtram Walcheren', terwijl die tram, 65 jaren geleden, Biggekerke passeerde. Maar nog sterker: op bladzijde 50 bleek een in dat tijdperk nog lang niet geboren Johanna Kruit uit dat dorp een gedicht te hebben gepubliceerd over pre cies zulk lopen langs zee, als ik zo juist met haar gedaan had: De brief is 9 december 1982 geschreven Zeeuws Landschap (Middelburg, Zeeuws Kunstenaarscentrum 1977). Zo schrijf ik me, zee, naar je toe en al ben je te oud om met 23 Zeeuws Tijdschrift 4/99

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1999 | | pagina 25