lunch, een tweede hand van hem gekregen. En o ja: met de dichter Rabindranath
Tagore heb ik eens een hele dag over zijn India gevlogen. Hoe meer ik er nu, als
deskundige dus, over denk, hoe meer ik vind dat 'yoga' het beste woord is voor
wandelen over Walcheren, dat jij en ik gedaan hebben. De geest leeg van onzin
maken en die dan weer laten volgen met verrassende zin, dat was het. Met de
verrassende zin van dingen, die nu eens niet met geld of studie of met macht te
maken hebben. Wij hebben al wandelend min of meer per ongeluk lopen bewij
zen, dat de geldstudiemacht mensen meestal aan onzin doen, aan god-vergeten
onzin, en zulke onzin mag natuurlijk niet.
Maar gewone onzin mag. Als die niet mocht, zou het praktisch afgelopen
zijn met de menselijke conversatie. 'Als bloemen konden spreken zouden ze
zwijgen', schreef de dichter Bertus Aafjes eens terecht. Maar mensen zijn geen
bloemen en moeten toch iets doen met hun stembanden. Dus mocht jij mij al
wandelende best soms de onzin toedienen, dat jouw Zoutelande aantrekkelijker
dan mijn Westkappel was. Ik heb dat over mijn kant laten gaan opdat onze hoog
gestemde yogawandeling niet in vulgaire ruzie eindigen zou. En werd ik voor die
tact beloond? - toen we Foe Yong Hai aten, wat na mijn jeugd blijkbaar een typisch
Westkappels gerecht geworden was. De aardige Chinese vertelde immers, dat ze
uit Hong Kong kwam. Of ze ooit daarheen terug zou gaan? O ja, daar spaarde ze
voor. Voor goed? O, nee, nee, er ging niets boven leven in Westkappel, zei ze. Ik
vond het uitstekend, dat jij die overtuiging na al je onzin over Zoutelande te
horen kreeg... niet van mij, maar van een echte Hong Kongse. Als uiting van
Oosterse wijsheid, verwant dus aan die Krishnamurti, Boeddha, Tagore, Zen en
alle Yoga.
Lieve Johanna, dit was voor mij een van de hoogtepunten van onze dag.
Hoogtepunten? Het was eigenlijk meer wandelen over een hoogvlakte. Waar je
maar keek, was er overstelpend veel te zien. Toen we over het strand liepen.
Herinnerde ik me je uiting van Walcherse Zen:
Dit bruine schelpje
Zo klein op het strand
Ongepubliceerd gedicht Leert mij het leven
van Johanna Kruit.
Een ware Biggekerkse haiku. Omdat er bij benadering twaalf miljard van zulke
schelpjes onder onze voeten tussen mijn en jouw dorp gelegen hadden, mochten
wij aannemen, dat wij wel zowat alles van het leven geleerd hadden, toen wij
vanachter het laatste duin tot Zoutelande afdaalden. Dit vanzelfsprekend met de
wetenschap, dat het gevoel, allengs alles van het leven geleerd te hebben, altijd
vlakbij de overtuiging ligt van er nooit wat dan ook van te weten zullen komen
(Het menselijk 'verstand' moet dan ook in een uur van zeer hoge goddelijke
humor geschapen zijn).
Wel, wijs geworden of dom gebleven, we hebben een dag van grote harmonie
beleefd - wat niet zo'n wonder was, omdat we in onze jeugd allebei jutters langs
ons strand geweest waren en omdat naast die overeenkomst de verschillen tussen
ons verwaarloosbaar bleken. Ons leeftijdverschil van een jaar of dertig, veertig
speelde geen rol vergeleken bij het miljard of zo jaren van de strandschelpjes of
het ene miljoentje jaren van de mensen. Ik man gegroeid uit een Westkappelse
jongen in een gezin van drie, jij een vrouw uit een Zoutelands gezin van dertien,
26 Zeeuws Tijdschrift 4/99