"Bedoeld wordt het omko men van 44 Kapellenaars in de molen van Theune. Bij het geallieerde bombarde ment begin oktober 1944 dachten zij daar in de kelder een veilig heenkomen te vin den. Maar toen het waterpeil begon te stijgen, konden ze hun schuilplaats door het instorten van de molen niet meer verlaten en verdronken op drie na. Nu jij me zoveel over Westkapelle hebt verteld, ben ik het toch wel met ande re ogen gaan zien geloof ik. Een dorp gaat dan veel meer leven, als je begrijpt wat ik bedoel. Dat verhaal over die molen, en wat daar gebeurde in de oorlog heeft grote indruk op me gemaakt. Dat wist ik niet. Wat erg dat deze dingen zo snel vergeten of verzwegen worden. Of zou dat juist goed zijn? Dat weet ik eigen lijk ook niet.* Maar het Chinees eten was heerlijk, en ik moest erg lachen om het Chinees- Nederlands koeterwaals van dat meisje, waar jij zoveel aan vroeg. Het arme kind snapte er niets meer van op den duur, geloof ik. Eigenlijk zat ik erop te wachten of ze haar taaltje niet eens een keer wilde kruiden met een echte Zeeuwse of Westkappelse uitdrukking. Maar ze woonde blijkbaar nog niet lang genoeg in Zeeland om dat te kunnen, jammer! Dit vind ik leuk: wachten tot iemand iets zegt of doet dat je niet van hem ver wacht want dat maakt de mensen wat menselijker. Zo zag ik eens een neger op de Belgische televisie die Vlaams sprak. Hij zei: 'Awel, ik zijne kik toch ook nene mensj!' Prachtig klonk dat en heel onverwachts. Om nog even op die handdoek terug te komen. Ik heb daar wel 8 sonnetten (nu ja) op geschreven, waarvan ik er eentje overschrijf. Waarschijnlijk was mijn rijm- ader nog niet helemaal opgedroogd. Wat wil je, zo vlak na Sinterklaas. OP EEN HANDDOEK (een poging) December is een maand voor mijmeringen Wanneer de wind door kieren van de ramen kruipt Lijkt het soms net alsof iets mee naar binnen sluipt En voor je 't weet zie je ze staan: Herinneringen! Ze nemen plaats, bekijken alle dingen En geven luid op alles commentaar Ze trekken aan je oren, hangen in je haar En staan zich om je heem als gekken te verdringen En daar zit jij, hoe kun je ooit nog zingen Of schrijven aan een handdoeksonnet Terwijl die kwelgeesten daar steeds maar rond je springen En roet in 't eten gooien van het alfabet? Vertoornd sla je ze met die handdoek om de oren En jaagt ze verder dan de Westkappelse toren! Afgezien hiervan lukt het momenteel niet zo met schrijven. Al weken loop ik rond met twee zinnen in mijn hoofd. Ontelbare keren heb ik ze al op papier gezet en er naar zitten staren. Maar ik weet niet wat ze van me moeten, weet niet wat de bedoeling is. Wacht, ik zal ze voor je opschrijven: 'te ver van huis om nog te wonen geen land dichtbij genoeg Wat moet ik hier nu mee aan? Uit ervaring weet ik dat ik niet ongeduldig mag zijn (dat zou niet helpen trouwens), maar gewoon af moet wachten wat er verder gebeurt. Op een of andere manier kom ik er dan ineens achter wat er 30 Zeeuws Tijdschrift 4/99

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1999 | | pagina 32