Rinus de Regt
In 1971 ben ik uit Zeeland vertrokken om de oplei
ding aan de Nederlandse Politie Academie in
Apeldoorn te gaan volgen. Na afronding van deze
vierjarige opleiding ben ik in 1975 gaan werken bij
de Rijkspolitie in het toenmalige district Breda en
heb toen Zeeland definitief verlaten. Ik woonde
toen al een jaar of vijf in Kortgene; daarvoor heb ik
tot mijn vijfde jaar in Ellemeet gewoond en van
mijn vijfde tot mijn dertiende jaar in Meliskerke.
Ik voel mij nog steeds Zeeuws, ook al woon ik
langer buiten de provincie dan ik er ooit binnen
heb gewoond. Thuis spreken mijn vrouw en ik
nog altijd Zeeuws tegen elkaar, tegen de kinderen
spreken we A.B.N. Wanneer ik terugdenk, gaan
mijn gedachten vaak uit naar de zee en het strand,
de rust en de ruimte. Typisch in het gedrag van
Zeeuwse mensen is voor mij de directheid en de
onverzettelijkheid, met alle goede en minder goede
kanten van deze eigenschappen erbij, gecombi
neerd met het 'doe maar gewoon, dan doe je al gek
genoeg'.
Er is wel een groot verschil tussen het Zeeland
uit mijn tijd en het Zeeland van nu. Er is een veel
grotere mobiliteit waardoor de eilandencultuur
steeds minder specifiek is geworden en het is veel
drukker, niet in de laatste plaats omdat de provincie
nu het hele jaar door als vakantieland in trek is. Ik
verwacht grote veranderingen na de voltooiing van
de bouw van de Westerscheldetunnel. Goes krijgt
dan veel meer een centrumfunctie. Ik ben verder
blij met de steeds betere naam van de Hogeschool
Zeeland; wellicht vermindert dat voor een deel het
wegtrekken van de jongeren. Tot slot hoop ik dat
Zeeland een goed evenwicht tussen de recreatie
enerzijds en de traditionele rust en ruimte ander
zijds zal weten te vinden en behouden.
li Zeeuws Tijdschrift 5-6/99