Emma Crebolder
In i960 ben ik vertrokken uit Zeeland. Ik ging
toen in Utrecht studeren, MO-A Duitse taal- en
letterkunde. Ook als ik niet was gaan studeren, had
ik Zeeland toch wel verlaten, ik was toe aan ande
re mensen, een andere omgeving. Wat me van
Zeeland nog altijd bijstaat is de fantastische ruimte,
het gezicht van de Schelde en de dijken. Maar ook
het zelfvertrouwen dat ik daar kreeg door de men
sen die je kent, het was een soort geborgenheid.
Typisch Zeeuws vind ik dan ook de gastvrijheid.
Zeeuwen staan open voor anderen. Dat vind ik
heel bijzonder. Het land geeft je de ruimte, zowel
letterlijk als figuurlijk. Je krijgt er een gevoel van
eigenwaarde door, waardoor je het ook elders kunt
rooien. Wat dat betreft verschilt Zeeland niet zo
met het Zeeland van toen ik vertrok. Zeeland
betekent voor mij nog altijd ruimte in de geest.
In het gedicht Dwars door het heelal laat ik dit ook
terugkomen:
Als luchten wijd en verder
spannen dan in heuvels kan,
worden mensen groter,
reiken met hun armen benen
dwars door het heelal,
zij zwijgen luider dan in
smalle stroken grond.
Als basis voor mijn bestaan is Zeeuws-Vlaanderen
dus erg belangrijk geweest. Daar liggen mijn wor
tels, dat is mijn herkomst. Hier in Limburg blijf ik
een buitenstaander, maar wel met een bepaalde
identiteit. Ik vind het ook heerlijk om Zeeuwen
tegen te komen, dat zijn meestal inspirerende ont
moetingen. In mijn bundel De salamander is over
land vertrokken heb ik dat als volgt beschreven:
die mij
- kom jij uit Zeeuws-Vlaanderen -
noemt mij bij de innigste naam
streelt mijn binnenzijde
van plankenzwarte hoeve aan
Voor Zeeland wens ik een universiteit. Dat geeft
nieuwe impulsen en trekt andere mensen aan. Dat
zie je hier ook in Maastricht. De universiteit bestaat
dan wel nog niet zo heel erg lang, maar er gebeurt
van alles. Dat zou ook voor Zeeland goed kunnen
zijn.
42 Zeeuws Tijdschrift 5-6/99