Ed d'Hondt
Ik ben geboren te Oostburg en na een bombarde
ment tijdens de oorlog, zijn we verhuisd naar Sluis.
Aansluitend hebben we in Sint Jansteen en Hulst
gewoond, de geboorteplaats van mijn vader. In 1956
ben ik naar het seminarie Ypelaar bij Breda gegaan,
dus ik heb tot mijn twaalfde in Zeeland gewoond.
Mijn herinneringen aan de provincie zijn levendig.
Zo staat de Watersnoodramp me nog duidelijk voor
ogen. De omgeving van Zeeuws-Vlaanderen is ook
onvergetelijk, ik hoop dat het karakteristieke
coulissen-landschap blijft bestaan. Hulst speelt ook
een belangrijke rol, omdat we op de lagere school
regelmatig opstellen moesten schrijven over de rijke
historie van de stad. Typisch Zeeuws-Vlaams is de
flexibiliteit met betrekking tot afspraken. Wat dat
betreft is Zeeuws-Vlaanderen wat Belgischer ten
opzichte van de overkant, waar men wat stugger is.
Door herindeling is er veel veranderd in Zeeland.
Ook los daarvan zijn veel mensen weggegaan en is
het toerisme toegenomen. Enige tijd geleden maak
te ik met de chauffeur van mijn vader die vlak na
de oorlog stierf, een tocht door Zeeuws-Vlaanderen.
Hierdoor kreeg ik niet alleen het idee mijn vader
wat beter te leren kennen, maar ook hoe het land
schap waar hij was opgegroeid eruit zag. Dat was
een unieke ervaring. Ik ben zeer zeker een Zeeuws-
Vlaming. Het Hulsters-dialect spreek ik nog wel,
maar de gelegenheid om het te spreken doet zich
niet vaak voor. Als Zeeuws-Vlamingen elkaar tegen
komen, dan hebben ze dat meteen door. Dat komt
door een bepaalde affiniteit.
Mijn wens is dat Zeeland als provincie zelfstandig
blijft en eigen cultuur en karakter koestert. Ik hoop
dat de provincie niet dichtslibt door varkensfokke
rijen en te veel industrialisatie, al zal er door de
komst van de Westerscheldetunnel wel veel veran
deren. Het verschil tussen lokaal- en provinciebe
stuur moet duidelijk blijven. Dat geldt ook voor de
verschillen tussen Middelburg en Vlissingen. Dat is
zo'n zelfde verhouding als tussen Amsterdam en
Rotterdam en tussen Arnhem en Nijmegen. Aan
de ene kant staat er een bestuursstad en aan de
andere kant een industriestad. Dat verschil moet er
blijven, en wel binnen samenwerking in plaats van
schaalvergroting. Alleen dan kunnen regionale en
lokale karaktertrekken behouden blijven.
44 Zeeuws Tijdschrift 5-6/99