Wim L.J. Oosse (Zierikzee, 1958) is getrouwd
en heeft drie kinderen. Studeerde diergenees
kunde in Utrecht en werkt als dierenarts. Hij
woont in Haelen.
Aanvankelijk ging ik weg uit Zeeland om te gaan
studeren in Utrecht, dat was in 1976. Tijdens die
periode kwam ik nog vrijwel ieder weekend thuis.
Later vond ik een baan buiten de provincie, dus
toen ben ik voorgoed vertrokken. Toch spreek ik
nog iedere dag Zeeuws. Mijn vrouw spreekt het,
net als mijn familie natuurlijk. Als ik thuis iets zeg
tegen mijn kinderen dan gebeurt dat in het
Hollands; is het bedoeld voor mijn vrouw dan zeg
ik het in het Zeeuws, zonder daarbij na te denken.
Het valt mij meteen op als ik ergens iemand Zeeuws
hoor praten. Dat accent herken ik meteen, ook al
praat diegene Hollands. Ik bemerk bij mezelf een
trots gevoel als ik zeg dat ik een Zeeuw ben. Ik
vind dan ook dat ik nog bij het Zeeuwse hoor.
Vroeger was het in Zeeland veel rustiger en
had alles een zekere vaste vorm: de dorpjes en de
dorpsmentaliteit, de invloed van de kerk op de
manier van leven van elke dag. Alles gebeurde
meer in eigen kring en de invloed van buitenaf
was veel minder groot. Door de 'ontsluiting' is er
nu veel meer invloed van allerlei andere meningen,
houdingen en manieren van leven. Hierdoor zijn
de keuzes hoe je leeft veel groter geworden. Ik her
inner me het sterke contrast tussen de rust in de
winter en het drukke toeristenseizoen. Dat zal
alleen maar groter worden, omdat Zeeland nog
toeristischer wordt dan het nu is. De rol van de
landbouw komt daardoor nog meer in de knel. Ik
vind dat erg jammer, de boeren horen voor mij zo
bij Zeeland. Het zal wel nostalgie zijn. Over enkele
generaties is iedereen gewend dat Zeeland is aan
gelegd als vakantieparadijs.
Paul van der Linde (Zierikzee, 1967) studeer
de aan de HTS civiele techniek. Hij werkt als uit
voerder in de grond-, weg- en waterbouw. Woont
samen met zijn vriendin in Udenhout.
Tijdens mijn studie ben ik eerst in Delft en later in
Papendrecht gaan wonen. Sinds 1995 woon ik
samen met mijn vriendin, die toen al in de buurt
van Tilburg woonde. Daar kon ik een baan krijgen,
dus hoefde de keus waar te gaan wonen niet meer
te worden gemaakt. Mijn roots liggen natuurlijk in
Zeeland en bij alles wat ik hoor of zie over Zeeland
spits ik mijn oren. Ik spreek met plezier Zeeuws
als ik iemand tegenkom die dat ook doet. Vorige
winter heb ik een aantal maanden op een project in
Vlissingen gewerkt. Dat gaf zeker een gevoel van
bekendheid en weer thuis zijn, en het was heerlijk
om in het Zeeuws te praten over het werk. Het
woord 'haast' lijkt in de provincie vrij onbekend, en
even snel iets spontaan doen ook. In een aantal
dagelijkse dingen merk je ook wel het verschil tus
sen Zeeland en Brabant. Zo zijn de taartpunten
hier groter en zijn de mensen wat gastvrijer en
jovialer. Het is allemaal wat bourgondischer. Omdat
veel Zeeuwen destijds de Watersnoodramp hebben
meegemaakt, staat men voorzichtiger in het leven.
Hier heeft men meer de instelling van 'je leeft
maar een keer, dus geniet er maar van'.
Naast bolussen vind ik peperbollen van bakker
Boot uit Ouwekerk ook echt Zeeuws. Het lijkt trou
wens wel of er in Zeeland een groeiende aandacht is
voor dingen die typisch Zeeuws zijn, of zouden zijn.
Laten we daarin niet te ver gaan. Of aardappelen en
boontjes nou wel of niet in Zeeland zijn gegroeid
doet er niet toe. Het belangrijkste is dat ze goed
smaken. En waarom bramenjam uit Zeeland zo bij
zonder is dat het wordt aangeprezen als Zeeuwse
bramenjam, blijft voor mij een raadsel.
70 Zeeuws Tijdschrift 5-6/99