De eerste indruk bij het zien van dit tafereel is het
beeld van een moedeloze terneergeslagen generaal-
majoor temidden van pootje badende soldaten. De uit
monstering van de troep is duidelijk Frans. De tegenstel
ling tussen de onbeweeglijk op zijn paard zittende Cort
Heyligers en de door het water wadende soldaten die
niets in de gaten hebben en op hun bevelhebber vertrou
wen, is opvallend. In werkelijkheid zat Cort Heyligers
helemaal niet op een paard. De overtocht moest zo onop
vallend mogelijk en snel gebeuren, want de kans dat de
Engelsen terug zouden komen, was niet ondenkbeeldig.
Omdat hij klein van stuk was, moest hij door zijn man
schappen, wilde hij niet verdrinken, zelfs met het hoofd
boven water worden gehouden.
'Nu verspreidt de generaal zijn manschappen om
vaste grond te zoeken, en half wadend, half zwemmend
bereiken zij de schorren der overzijde' staat er in het
begeleidende commentaar te lezen. Op het schilderij is
weinig van deze dramatiek en dynamiek te bespeuren.
Soldaten die meer dood dan levend in het duister op een
dijk klauteren, worden niet afgebeeld. De afbeelding uit
het Rijksprentenkabinet waarop de soldaten door het
water trekken is in die zin veel realistischer en onheil
spellender. Bombled toont ons het begin van het avon
tuur: een sombere teneergeslagen generaal-majoor die
bewegingsloos op zijn paard zit en omringd wordt door
behoedzaam wandelende soldaten. Het water reikt hen
nog niet tot de knieën. Een van de soldaten heeft kenne
lijk een vis in zijn hoed gevangen. 'De vloed begint op te
komen en een onweersbui verduistert de hemel'. Boven
het hoofd van de bevelhebber splijt het zwerk zich en er
lijkt elk moment een verblindende flits uit de hemel te
kunnen komen: Cort Heyligers kan best wel wat licht
gebruiken. Van de barre zee is overigens nog weinig te
zien.
Fort Bath was door de Fransen verlaten en vervolgens
door de Engelsen bezet. Nauwelijks waren de Engelse
schepen vertrokken of Cort Heyligers trok met een groep
Bataafse jagers het Krekerak tussen Brabant en Zuid-
Beveland in met als doel Fort Bath voor de Fransen te
veroveren. Dat er grote haast bij geboden was, blijkt wel
uit het feit dat Cort Heyligers zich 'als een tweede
Mondragon zonder gids in de geulen en diepten van het
Krekerak' waagde. De onbezonnenheid van het avontuur
blijkt eens te meer uit de zin 'Tevergeefs zoekt het krijgs
volk een doorwaadbare plaats'. Het handelen van Cort
Heyligers duidt erop dat hij op dat ogenblik geen groot
strateeg was, maar wel lef had. Met meer geluk dan wijs
heid wordt de oever van Zuid-Beveland bereikt. Omdat
de Engelse schepen toch al vertrokken waren, was het
verstandiger geweest om de vloed af te wachten en per
schip naar de overzijde te varen; maar ja, er was zelfs
geen roeiboot te bemachtigen. De Vos en van Lennep
hebben de onbezonnenheid van Cort Heyligers wat ver
zacht door het voor te stellen alsof het een heldendaad is
om zonder gids bij dreigend onweer een getijdegebied in
te trekken. (Wanneer je bij opkomend onweer zonder
gids, een getijdegebied als bijvoorbeeld het Land van
Saeffinghe intrekt, wordt je al gauw voor gek verklaard.)
Het gevaar van weg te zakken in slijk en modder of ten
onder te gaan in de wassende Schelde was hier duidelijk
aanwezig. De karabiniers die het avontuur overleefd heb
ben zijn in dit geval de helden.
Vreemd is het dat De Vos juist dit onderwerp voor
zijn 'Muzeum Vaderlandse Geschiedenis' heeft gekozen.
Ons land was immers een vazalstaat van Frankrijk dat
door het Continentale Stelsel en het Franse protectio
nisme economisch aan de grond zat. De Engelsen
waren in feite de geallieerden van toen. In plaats van
mee te werken aan de bevrijding van het Franse juk
ging Cort Heyligers nota bene een voormalig Staats fort
voor de Franse zaak proberen te herwinnen, daarbij in
grove mate voorbijgaand aan het wel en wee van 'onze
jongens'.
De Vos en Van Lennep vergelijken Cort Heyligers met
de Spaanse legeraanvoerder Mondragon. Mondragon was
volgens hen een commandant van Alva. In september
1575 slaagde Mondragon erin bij laag water het Zijpe
over te steken en bijna geheel Schouwen-Duiveland te
veroveren. Alva, de IJzeren Hertog, was toen al twee jaar
uit zijn functie ontheven en opgevolgd door de meer
gematigde Spaanse landvoogd Requesens. Het verschil
met Cort Heyligers is dat Mondragons overtocht goed
voorbereid en weloverwogen was.
Cort Heyligers was al begin augustus in Brabant.
Toen de Engelsen plotseling Bath hadden verlaten, moest
er door hem nog een geschikte doorwaadbare plaats
worden gezocht. Verstandiger en ook logischer was het
geweest dat hij gedurende zijn verblijf in Brabant voor
scheepsruimte had gezorgd, of in ieder geval de door
waadbaarheid van het Krelcerak al terdege had onder
zocht. Pas toen de vloed al weer aan het opkomen was
besloot hij naar de overkant te trekken. Zijn eigenzinnig
karakter, eigenwijsheid en zijn pogen om elke schijn van
vrees te vermijden, zullen er wel debet aan zijn geweest
om het plan toch uit te voeren.
14 Zeeuws Tijdschrift 2000/1