Kortom, ik las je brief met plezier, wat een zekere verrassing betekende, omdat
ik tegenwoordig bij leesstof zo vaak verveeld bedenk, dat ik hetzelfde in de laatste
zeventig jaren al zo vaak en dan ook nog beter gelezen heb. Al die herkauwende
schrijvers! Liever ben ik de laatste jaren naar sprekers gaan luisteren. Maar dat
komt, doordat mijn oude trommelvliezen me thans regelmatig veel boeiender
dingen doen verstaan dan die de mensen werkelijk zeggen. Meen echter niet, dat
met dit soort begoocheling mijn belangstelling voor jou persoonlijk begonnen is.
Want toen je in Brugge je gedichten voorlas, had ik, misschien nogal onvoorzich
tig op een avond van moderne poëzie, mijn' gehoorapparaat er maar weer eens
voor een keertje ingedaan.
Na de lezing van je brief zie ik je nu staan op een duintop bij Valkenisse, weg
gefietst uit je dorp. Sta je te spelen met zeven woorden, die op en keer misschien,
als je geluk hebt en ijverig bent, kunnen uitgroeien tot een vers? Ik zie je naar
Walcheren kijken. Maar weet je wel, wat je ziet? 'Mijn eiland heeft water rondom
en vleugels', denk je dat? Dat is dan een poëtische waarheid, die jij kunt zien van je
duintop. Maar nuchtere burgers zullen die nergens zien en beweren, dat Walcheren
al lang aan Zuid-Beveland vastzit en dus geen water rondom meer kent, terwijl
er van vleugels-hebben zelfs totaal nooit sprake geweest is. Zodat ze je niet goed
wijs zullen achten. Nu, dertig jaren van wereldvliegen hebben mij tot een inter
nationaal eilandkundige gemaakt en dat geeft me het recht om jouw waarheid
hoger dan het hunne te verklaren. Ik ben voor het Walcheren dat voor jou het
ware is, ook al verschilt het hier en daar van het mijne.
Op een dag wil ik eens mijn plicht gaan doen en mijn landgenoten van mijn
Walcheren vertellen. Ik zal zeggen: mensen, ik heb goed nieuws voor U. Er is
binnen Nederland namelijk een droomeiland voor U bereikbaar. Weliswaar zijn in
veel gedichtenbundels droomeilanden toegankelijk, maar die bundels zijn duur.
Die kosten al gauw twintig gulden. Er bestaat echter één boekje, dat als de
beste bundel tot de droom kan voeren en dat maar Fl. 4,25 kost. En dat nog gemak
kelijker begrijpbaar is ook. Spoorboekje heet het. Daaruit zal U blijken, dat ieder
van streek geraakt mens in ons koninkrijk de hele dag door ieder uur een trein
kan vinden, die hem uit zijn streek naar Walcheren kan voeren. Als U daarmee
Bergen op Zoom gepasseerd bent (waar de duurdere bundels van Johanna Kruit
uitgegeven zijn) zult U Zeeland in rijden. Even later, na voortsnellen over een
brede drooglegging, die deze Johanna met 'water rondom' verward heeft, zult U
midden in een stad, die Middelburg heet, een Lange Jan naar de hemel zien wij
zen. Dan bent U Er.
Dan zal die gelukzoeker op jouw en mijn eiland zijn. Jij was er veertig jaar
geleden jong en je weet het: dat jeugdeiland van je is niet overal goed herkenbaar
meer. En ik weet het: dat eiland van mij van zeventig jaren her, is al bijna overal
verdwenen. Maar even zo goed is die treinreiziger Er dan aangekomen. En als hij
Er net als wij langs de stranden gaat lopen, kan hij daar net zo goed als wij door
de rijke eeuwigheid van een zichzelf trouw gebleven beeld wandelen. Het zal mij
niet verwonderen, als hij dan voor het poëtisch Spoorboekje met zijn vele reis
mogelijkheden naar de menselijke waarheid en waardigheid nog meer dankbaar
heid gaat voelen dan voor de verzamelde poëzie van Shakespeare, Petrarca, Goethe,
Johanna Kruit of hoe ze allemaal heten. Hij moge die kans grijpen. Ik hoop, dat
wij hem op een duintop zullen zien zitten nadenken, wanneer wij binnenkort
nog eens zo'n wandeling als onze eerste zullen maken... lopend langs de zee als
Strand bij Valkenisse. Foto
H. Barentsen.
27 Zeeuws Tijdschrift 2000/1