dingen. Dingen die ik wist maar steeds weer vergeet: al die mensen, al die stra ten vol voetstappen, al dat gemurmel van stemmen, al die modezaken, die jonge meisjes in hun moderne kleren, hun make-up... Ik loop er verbaasd tussendoor en bekijk iedereen alsof het een 'ding' is. Soms kan ik ineens verdrietig zijn om dat alles, en wil erbij horen. Terwijl ik weet dat het me nooit zal lukken. Uiterlijk wel misschien, en dat verbaast me. Want ik sta gewoon bij de slager of bij de bakker, trek een nummertje, koop wat ik nodig heb en betaal. Niks aan de hand dus. Maar verder: alsof je verdwaald bent en het zelfs nauwelijks weet. In een heel druk cafeetje iets zitten eten. Met mijn boek voor me op tafel, en automatisch met mijn vork in mijn bord prik kend. Een man bekeek me een tijdlang nauwkeurig, ik voelde zijn blikken en keek terug. Toen hij zich 'betrapt' voelde, trok hij zijn jas aan en vertrok. Vorige week heb ik me weer verdiept in de Sonnetten van Petrarca. Naast de Nederlandse vertaling staat steeds het origineel afgedrukt. En ik, die de Italiaanse taal absoluut niet machtig ben, lees verrukt luidop: Sol e pensoso i piü deserti campi vo mesurando a passi tardi lenti (alleen en peinzend en met trage tred zoek ik mijn weg door de eenzaamste gebieden). Petrarca: ruim 600 jaar geleden, en zó sprankelend, zó vol van poëzie, dat alle andere poëzie er soms bij verbleekt. En via Petrarca kom ik ineens uit bij het sonnet dat jij me onlangs stuurde en waar ik erg blij en vereerd mee was uiteraard! Als antwoord stuur ik je het volgende: Net stond ik in de keuken en sneed prei En dacht aan dichters zoals Gorter en Verwey Zij schreven verzen waar toch iedereen van zei Dat ze onsterf' lijk waren, denk maar aan 'de Mei' Een grote droefheid nam bezit van mij Wie leest er nu nog dichters? Waar zijn zij Die bij de open haard geroerd en blij Zich nog verdiepen in die hele rijstebrij Van verzen? - Au, daar sneed ik mij! Naast alle droefheid ook nog bloed erbij Poëtische gedachten waren weer voorbij De werkelijkheid werd actueel. Zo gaat het mij Nu altijd als ik dichten wil - Zelfs prei Duwt me terug waarin ik hoor: De Zeeuwse klei!* Ongepubliceerd gedicht van J. Kruit. En met deze realistische regels besluit ik mijn brief, kijk met een schuin oog naar de klok en zie dat het alweer laat is. Morgenochtend eerst naar de super markt. Schuifelend met mijn wagentje tussen de mensen door... Huisvrouw zijn: soms is het leuk, maar meestal niet. Dag, groeten van mij Johanna 31 Zeeuws Tijdschrift 2000/1

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 2000 | | pagina 33