milt Dim Jan van Geelen en Karen Kroese. Foto's M. Perdaen. Jan van Geelen Wat mag het inhoudsopgavediner van de redactie van het Zeeuws Tijdschrift, gehouden op 22 januari jongstleden in St Jansteen, de lezer interesseren? Dit was aanvankelijk de gedachte waarmee ik dacht van dit verslag weg te kun nen komen. Maar allengs, uit de warreling van waarne mingen, indrukken en daarna de verwarrende verwer king van het gebeurde, werd mij duidelijk dat het zinvol is hierover te getuigen: een stel mensen bijeen in een tegelijk warme en vervreemdende locatie, hun doen en laten, wat ze zeiden en niet zeiden, en het eten als aan bod en genieting. Van dit alles hebben de lezers, adver teerders en ook de leden van de Stichting die dit tijdschrift uitgeeft geen idee. Vandaar dit kort verslag van een wer kelijkheid die de verbeelding overtreft. Het vanaf de boot binnengaan in Zeeuws-Vlaanderen is altijd een louterende, fraaie belevenis, men komt in een geruststellend coulissenlandschap dat verrassend zijn vele troeven uitspeelt. Na enkele modernistische rotonden en wegversmallingen rijden we langs Hulst, waar de spits van de basiliek altijd weer tot nadenken stemt, bieden vervolgens verzet aan de verleiding om af te slaan naar Luntershoek voor het kopen van echte groente, en rijden tenslotte bij invallende schemer het onschuldig ogende St. Jansteen in. De plaats van samenkomst is het huis van de hoofdredacteur, een van die grote niet gekende huizen die men graag eens zou binnengaan, maar waarvoor nooit een aanleiding is. Eenmaal binnen komt men in een sier lijk-degelijke openheid, die je tegelijk omsluit met een geheimzinnige, maar weldadige beslotenheid. De redactie, door ziekte, verhindering en ongevoeglijkheid slechts met de kleinst mogelijke meerderheid aanwezig, vergadert. De inhoud van die vergadering is natuurlijk voor het overgrote deel het geheim van St. Jansteen. We spreken over het laatste nummer, de inhoud van de komende nummers - wie doet wat - en de planning. Maar vooral over alles wat in onze provincie omgaat: de inertie, hovaardij en zelfgenoegzaamheid van instellingen en personen. Maar ook de creativiteit, energie en kwaliteit van velen komen aan de orde. We constateren de wisse lende hoogte van de zeis waarmee de koppen die boven het maaiveld uitsteken worden bewerkt. Wat stel je aan de kaak, wat verontschuldig je of koester je als goed- Zeeuws? Wat vinden we bijvoorbeeld van de gang van zaken rond het Zeeland Nazomer Festivals? Hoe staat het met de goede trouw, het inzicht en oordeel van adviseur, voorzitter en leden, de provincie en de belanghebben den? Waarom moet men denken aan een onterechte ver menging van functies en belangen? De hoofdredacteur, hoewel soms niet wars van ponteneur, luistert en kiest positie, maar heeft de grandeur geen enkele keer met aftreden te dreigen als hij zijn zin niet krijgt. Lijnen voor de inhoud van de komende nummers worden uitgezet: onafhankelijk, kritisch, maar altijd in warmte betrokken. Tenslotte, en eindelijk, het diner, waar tot ons genoegen als gasten de beeldend kunstenaar Han Deij en zijn 32 Zeeuws Tijdschrift 2000/1

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 2000 | | pagina 34