het verhaal MET HET OOR OP DE RAILS André van der Veeke Onwillekeurig houd ik even mijn adem in als ik ze hoor, de drie piepjes - twee keer kort, een keer lang - voor het radiojournaal. De berichten die erna komen maken minder indruk. Vierduizend doden bij een overstroming in China. Vliegtuigongeluk in Peru. Geen enkele overlevende. 'Hier zijn ze ook bezig met akkerbloemranden,' zeg ik tegen mijn vriendin. We zijn met de auto op weg naar Megameubel. Ik probeer daar de hele tijd niet aan te denken. Niet aan meubels, niet aan muzak, niet aan mensenmassa's. Het laatste nieuwsfeit voor het weerbericht trekt wel mijn aandacht. In Den Bosch is een man van 92 aangereden door een trein. De machinist had nog wel de aandacht van de fietser proberen te trekken door geluidssignalen af te geven. Die oude was natuurlijk ongelofelijk doof, denk ik. Het treinverkeer had een uur oponthoud, eindigt de nieuwslezer. 'Het treinverkeer had een uur oponthoud,' herhaal ik hardop. 'De man daarentegen had een eeuwigheid oponthoud.' 'Die oude heeft een eeuwigheid oponthoud,' her haal ik nog eens, want mijn vriendin reageert niet. 'Ja, ik hoor je wel.' Het bericht blijft even naspoken. Voor de hand lig gende reden: je kunt je er iets bij voorstellen. Het is behoorlijk tragisch, zo'n oude, sukkelende kerel die in zichzelf verloren de spoorbaan passeert en niets of niemand opmerkt. Eén helder ogenblik en hij had nog geleefd. Aan de andere kant: beter een man van negentig dan een jongen van negen. De tragiek wordt vooral veroor zaakt door het laatste zinnetje van de mededeling: het treinverkeer liep een uur vertraging op. Aan de ene kant heb je eeuwigheid waar de oude man in ver dwijnt en daar wordt het gewicht van een uur vertra ging tegenover geplaatst. En verdomd, alleen al door de manier waarop een onzichtbare stem die tegenstel ling verwoordt, lijkt het alsof de balans doorslaat naar de kant van de wachtenden. Honderden mensen heb ben moeten wachten vanwege de fout van één dove, overbodige man. 'Van zo'n zinnetje word ik treurig,' zeg ik. 'En dan nu het weer. Licht bewolkt en...' Ik schiet in de lach. 'Waarom lach je nu?' vraagt mijn vriendin. 'Vanwege het weerbericht, moet ik het uitleggen?' Als we Megagraf gehad hebben en terug naar huis rij den, staat de radio op de regionale zender. Een com mentator gaat nader in op een treinongeluk van een dag ervoor in de buurt van Sas van Gent. 'De vrachtwagen werd over een afstand van zo'n zestig meter meegesleurd. Persoonlijke ongelukken deden zich niet voor.' 'Hoe is het mogelijk,' lach ik, 'Een treinongeluk in Zeeuws-Vlaanderen, daar moet je als chauffeur toch wel je best voor doen. Hoe vaak rijdt ie? Een keer per dag?' 'Ik heb die trein nog nooit zien rijden.' zegt mijn vriendin. 'Van oponthoud voor de passagiers was deze keer geen sprake,' imiteer ik de radiostem. io Zeeuws Tijdschrift 2/2000

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 2000 | | pagina 12