Ontwikkelingen in het plateelschilderen.
Van zijn eerste keramische werken in Epe is weinig
bekend. Wellicht ook omdat hij de eerste jaren volop
bezig was met het bouwen van een atelier en een huis
voor zijn schoonmoeder. Het eerst bekende keramiek
is een theeservies met een abstract lijndecor in blauw
en groen gedateerd omstreeks 1920. Dit servies vormt
een logisch vervolg op hetgeen hij de laatste jaren in
Gouda maakte. In Epe worden aanvankelijk weinig
nieuwe experimenten opgezet, maar Chris Lanooy weet
wel steeds andere effecten met verschillende glazuur-
technieken te bereiken. Bij het schilderen gaat hij uit
van de oorspronkelijke vormen, maar vervormt deze
tot organische en geometrische figuren.
Omstreeks 1924 kwam Frans Slot om op de geiten
en schapen op het complex te passen, maar ontwikkel
de zich snel tot leerling-pottenbakker en assistent van
Chris Lanooy. Gedurende een leerperiode van 10 jaar
werd Frans Slot ingewijd in de technieken, de vorm
geving en de chemische samenstelling van de glazuren.
Hij werd als medewerker in het bedrijf opgenomen en
bleef er tot omstreeks 1943 werkzaam. Voor het schil
deren van motieven op vazen en potten maakt hij eerst
een ontwerp door de afdruk van een linosnede in een
ronde apothekerspot te plaatsen, waardoor hij een idee
krijgt van het effect op het oppervlak van de vaas.
Daarnaast kwamen er in Epe regelmatig stagiaires
en gastmedewerkers om het vak van de meester te leren,
waaronder zoon Cees Lanooy. Deze maakte na enige
tijd zelf ontwerpen, die aan hun van boven geopende
vorm herkenbaar zijn. De vuistpotten van Cees werden
in het open vuur gebakken, in tegenstelling tot het
meeste andere werk, dat in grote vuurvaste kapseldo
zen de oven in ging. Zij werden wel door Chris Lanooy
zelf geglazuurd, omdat hij niet wilde dat zijn receptuur
en techniek bekend werden. De potten werden gemerkt
met de naam Lanooy en een vuist. De receptuur is nooit
aan zoon Cees doorgegeven, die in artistiek opzicht
minder begaafd was en na enige tijd het potten bakken
voor gezien hield. Hij volgde met succes de opleiding
aan de instrumentmakersschool te Leiden en is bekend
geworden als uitvinder van de ergometer, een apparaat
dat de inspanning van de spieren meet.
Ter gelegenheid van zijn 25-jarig jubileum als potten
bakker maakt hij een serie van duizend paddestoelen
borden, waarin hij een zeer grote variatie in vormen
rijkdom ontplooit. Niet alleen schildert hij de verschil-
Vaasje beschilderd met libeller (coll. Nationaal
Glasmuseum Leerdam
36 Zeeuws Tijdschrift 2/2000
Kerstvaasje.