Het vuiler var de over vereiste eer speciale techriek
om een goede warmteverdelirg te krijger.
2. Ook het stoken van de oven was een nauwkeurig werk.
3. Zeer belangrijk was het mengen in de goede verhou
dingen van de glazuren; hier met hulp van zoon Cees.
4. Demonstratie potten bakken in de tuin voor de
Vereniging van Huisvrouwen. Belangstellenden konden
voor een kwartje ook een kijkje nemen.
5. Chris Lanooy in zijn toonkamer.
Van het uiteindelijk ontdekte diep rode glas werd
door Chris Lanooy in 1928 een kerstvaasje gemaakt.
Met nog enkele unica in 1929 stopt de glasproductie
van Chris Lanooy. In Epe heeft hij nog een gebrand
schilderd glazen raam gemaakt met daarop afgebeeld
het atelier met Frans Slot, de oven en een hondje.
Blijkbaar had hij als veelzijdig kunstenaar kans gezien
ook nog de techniek van het brandschilderen onder de
knie te krijgen. Dit is het enige van hem bekende raam,
maar doet zeker niet amateuristisch aan.
Het ontwerpen van behangselpapier
In de tweede helft van de negentiende eeuw wordt
Nederland overspoeld door buitenlandse behangsel
motieven, die allemaal teruggrijpen op de barok, renais
sance en rococo. Deze zijn ook door de Nederlandse
fabrikanten overgenomen. Het begin van een eigen stijl
wordt gestimuleerd door een prijsvraag, uitgeschreven
in 1892 door de Vereniging ter bevordering van de
belangen van de boekhandel voor het ontwerpen van
een diploma. Dit heeft in het begin van de twintigste
eeuw geleid tot het ontwerpen van behang door Zwiers,
Dijsselhof, Krop, Heukelom, Nieuwenhuis en anderen.
Deze zijn door gebrek aan behangselfabrieken in
Nederland nooit in productie genomen. Enkele kun
stenaars waaronder J. Gidding maakten wel behang
selpapieren voor buitenlandse fabrikanten (Deteku)
als gevolg van een pleidooi door W. Retera Wzn. Voor
het ontwikkelen van series Nederlands behang verstrekt
Rath Dodeheefer in 1924 aan een aantal kunstenaars
opdrachten. Deze worden in 1925 in de collecties 7 en
7a naamloos uitgebracht. Even later volgen de papier
fabrikanten Goudsmit en ook Hoff en Zoon die opdrach
ten aan J.J.C. Lebeau geven, met vergelijkbare collec
ties. Deze worden gevolgd door een grotere reeks van
kunstenaars met als bekendsten Berlage, Lejeune,
Kuyken, Lanooy, Lion Cachet, Nieuwenhuis en Retera.
Voor Rath Dodeheefer maakt Chris Lanooy voor
het eerst in 1928 een behangsel in de serie 4 en 4a,
dat uit organische motieven bestaat. Dit wordt in een
groot aantal kleurstellingen uitgevoerd; een teken dat
het bij de kopers in de smaak is gevallen. Een aantal
stalen is in het bezit van het Sikkens schildersmuse
um te Sassenheim
In de collectie 'Kunst van eigen bodem' van
Goudsmit wordt Chris Lanooy naast Lebeau, Retera
en een aantal anderen genoemd. Hier is echter geen
voorbeeld van gevonden.
40 Zeeuws Tijdschrift 2/2000