De Soldaat Staat - De Solda
de Soldaat geeft slijtage, en zijn stilstaan veroorzaakt
roest en mot. Lastig, grillig, hard dat was het land in
één woord, en zo waren haar bewoners!
Verslag van de tocht
Kijkend naar De Soldaat als toneelstuk speelden wij -
Phons Bakx, Jan Hopmans, Pieter Schoonheim en
Aryan Wassinlc - met vier man op perfecte wijze de
rol van De Soldaat. Het element muziek werd inge
vuld door de mondharp van Phons Bakx 'de bekende
mondharpspeler uit Middelburg' zoals Joost van
Leeuwen, onze reporter van Zeeland-tv, hem noemde.
Als het moreel daalde, greep Phons z'n mondharp en
speelde een opbeurend wijsje.
'Wij zijn met z'n vieren De Soldaat' zei ik bij het
vertrek uit het basiskamp, café De Rijnvaart in Sas van
Gent. De kroegbaas kwam niet meer bij. Zodra echter
het sein voor vertrek was gegeven, verstomde het lachen
en begon het harde soldatenleven. Er werd nog wel
eens een grap gemaakt, maar onderhuids was het alle
maal bloedje serieus. Daar werd het stuk van Ramuz
gespeeld, beleefd, uitgeplozen. En bovenhuids namen
we het landschap waar, de bloeiende bermen en de
spaarzame mensen die we tegenkwamen. Zo leefden
we constant op twee verdiepingen: beneden de tekst
en de plot van De Soldaat, en boven het gewone harde
soldatenleven: flink stampen met als enige afwisseling
een teug uit de heupfles. Door alle verdiepingen van
het bewustzijn heen liep het eeuwige verlangen naar
het soldatenbier: elke hoek van de weg, elke boom, elk
staminee stond voor verleiding: rusten, verpozen in het
lange gras, naar de wolken staren met een grasspriet
in de mond, loeren naar de vrouwen met hun lage
decolletés, kortom alles was gericht op de begeerten
van het onderlijf. Was dit nu de duivel die zich ken
baar maakte? Niemand van ons die een antwoord kon
geven. Was de duivel trouwens niet onder ons? Was
dit al geen duivelse tocht? Het was slechts afzien, bij
benen: linkerbeen vooruit zetten en het rechterbeen
daar voorbij zien te trekken. Stof happen, jawel, einde
loos, maar met de bedoeling om datzelfde stof ook nog
te vreten, en te weinig spuug te hebben om het weer
kwijt te raken. Zelfs het verlangen naar het einde van
de etappe verviel, edit waar, zelfs de blik stond niet altijd
op eindig, er was slechts een leeg kijken. Zoals u weet
verstart de oogbol daarbij onbeperkt lang, de zogenoem
de vogelblik.
Bij de aankomst op het kampement was het: ransels
af en koppels los! Snel het meegebrachte hout voor het
kampvuur afgeven, kwartier maken en in de rij voor
de dagelijkse kuch. Al die handgrepen gingen gepaard
aan een dof berusten.
Bij een grensovergang. Vanaf links: Jan Hopmans, Phons Bakx en Pieter Schoonheim.
In straffe pas langs de huizen van Asser!
52 Zeeuws Tijdschrift 2/2000