lijkheid ter beschikking dan zich op een steeds slim mere manier toegang te verschaffen tot de ervarings- zucht van consumenten. Er is sprake van een perma nente speurtocht naar nieuwe 'ervaringsproducten', die vervolgens worden aangeboden in steeds aantrek kelijker ruimtelijke en programmatische combinaties, met een sterkere profilering (thematisering, spectacu- larisering), een kortere omloopsnelheid en, indien succesvol, een snellere en omvangrijkere distributie via de kanalen van de detailhandel, de media dan wel het toerisme. Ook overheden spelen hun partij in dit spel: van wege het toenemende economische belang van de vrije tijd, maar ook omwille van de rol die de vrije tijd speelt in de profilering van steden en regio's én omwille van een verruiming van het economische en sociale draag vlak voor de exploitatie van voorzieningen zoals schouw burgen, sportvelden, natuurgebieden, en dergelijke. Binnensteden worden het object van geïntegreerde vormen van publiek-privaat stadsmanagement, afge stemd op het aantrekken en behoud van koopkracht. Alles van historiserende belevingswaarde wordt achter verwaarloosde gevels en uit archieven en opslagloods en vandaan gehaald om bij te dragen aan de staging van een rustieke en authentieke eigenheid. Steden die te weinig historisch kapitaal in huis hebben resteert niet anders dan te investeren in modern multimediaal NowHere De ruimtelijke gevolgen van dit alles zijn meerduidig. Die blijven niet louter beperkt tot de toename van het ruimtebeslag. Veel fundamenteler is dat steeds grotere delen van de ruimtelijke omgeving betrokken raken in de dynamiek van de beleveniseconomie, met hoogst paradoxale gevolgen. Processen van ruimtelijke homo genisering en diversificering, van commodificering en ontcommodificering, van schaalvergroting en schaal verkleining gaan daarbij hand in hand. Enerzijds is er sprake van homogeniserende processen van attractie vorming en schaalvergroting en van een transformatie van de ruimtelijke omgeving tot een te consumeren belevenisproduct aan de hand van succesvol gebleken standaardformules. Denk in dat verband aan de cultuur van de 'boerderettes', urban villa's, multiplexen, bunga lowparken, shopping mails en 'opgeleukte' binnensteden. Anderzijds is, niet zozeer als tegenbeweging maar nadrukkelijk als onderdeel van dezelfde ontwikkeling, sprake van een pertinente speurtocht naar en exploi tatie van verschillen, van lokale oorspronkelijkheid, natuur- en cultuurhistorische eigenheid. Overal doemt dezelfde strategie op, van de binnensteden van Amsterdam en Utrecht tot aan die van Middelburg en Hulst. En overal komen we langzamerhand dezelfde wereld- en tijdomspannende variatie van vormen tegen, van quasi historische fantasiekastelen en jaren '30 Beelden uit de documen taire De Vrijdetijdszone van Bregtje van der Haak, die op 4 februari door de VPRO werd uitgezonden. kapitaal. Natuurgebieden worden opgeschoond, open gesteld en van een aantrekkelijke 'natuurlijke' mix en infrastructuur voorzien om zo bezoekers te trekken en draagvlak te creëren voor verdere natuurontwikke ling en natuurbehoud. Natuur moet in dat verband vooral 'mooi' zijn. Ook de overheid draagt aldus bij aan de permanente opschaling en verdichting van de markt van ervaringen en belevenissen, in een voortdu rende samenwerking én concurrentie met het private bedrijfsleven. woningen tot aan varianten op het neo-modernisme. Historisch ontstane vormen worden onder het stof van de vergetelheid vandaan gehaald om, al dan niet in een opgeschoonde en ge-hercontextualiseerde vorm te worden opgenomen in de gesimuleerde wereld van de attractievorming. Of het nu gaat om ervaringen van stedelijkheid en landelijkheid, het taal-, volk- of streekeigene, dan wel de unieke artistieke of architec tonische stijl. Waar te exploiteren verschillen niet meer beschikbaar zijn, worden ze bewust gecreëerd g Zeeuws Tijdschrift 2001/2

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 2001 | | pagina 11