dan wel geënsceneerd. En meer en meer schroomt men er daarbij niet voor om bij ontstentenis van vol doende eigen eigenheid, lokale historiciteit van elders te importeren om de emotie en de sfeer van oorspron kelijkheid alsnog vorm te geven. Hoe anders moeten we de opkomst en exploitatie van Ierse pubs, Cayun café's, Fusion Cooking en 'wereldmuziek' begrijpen, dan wel de vormgeving van een Amsterdamse grachten gordel in een winderige nieuwbouwvlakte in Helmond of de bouw van een middeleeuws stadspand in een al even winderige rand van Almere? In het Zeeuwse vakantiepark De Banjaard worden Ierse cottages met rieten dak probleemloos afgewisseld met Victoriaanse villa's met veranda en de projectontwikkelaars hebben nog veel meer in petto. Na het universalistische cultuur- en natuurbeeld van het technisch-rationele modemisme (over homogenisering gesproken...), doemt een nieuw en even universalistisch cultuur- en natuurbeeld op. Daarin voert juist de postmoderne verheerlijking en exploitatie van het verschil, de vernieuwing, de klein schaligheid en het alternatief de boventoon.^ Nowhere en Now Here schuiven in elkaar tot NowHere7 Het onbevredigbare genietgat Resteert de vraag hoe hiermee om te gaan in het ruimtelijke beleid. Het minst effectief lijken strate gieën waarbij bestuurders in permanente ademnood aansluiting zoeken bij de nieuwste Trend of de laatste Hype. Of waarbij men zich juist, op basis van een eeuwenoud cultuurpessimistisch Gelijk, passief van de ontwikkelingen afwendt. Ergens tussen beide extremen in ligt de mogelijkheid van een ruimtelijk ontwikkelingsbeleid, waarin actief wordt geprobeerd om aloude doelstellingen van fatsoen, smaak, conti nuïteit, toegankelijkheid en betrokkenheid in een ver anderde maatschappelijke context opnieuw vorm te geven. In die context moet de wereld van de vrije tijd (van de consumptie, de media, het entertainment en het toerisme) niet langer louter worden gezien als een te beteugelen bedreiging. De opgave lijkt me om de nieuwe economie en cultuur van de vrije tijd juist in een positieve zin in te zetten bij de vormgeving en bescherming van een gewenste ruimtelijke kwaliteit. De tentoonstelling The Leisure Society die begin 2001 in De Vleeshal in Middelburg te zien was, ging over de strak georganiseerde inrichting van onze vrije tijd, over Zeeland als genietgebied, over tweede huizen als investering, tempel en project en over ons verlangen om allemaal tegelijk onszelf te zijn. De economie bloeit, maar eenmaal losgeweekt uit de traditionele sociale verbanden zijn we niet alleen zonder zorgen, maar ook zonder zin, belast met geen andere opdracht dan onszelf te ontplooien en te vermaken. De vrije tijd heeft in deze omstandigheden een bijzonder gewicht gekregen. Voor de homo ludens van de 21ste eeuw is het spelen ernst, want juist in zijn vrije tijd kan hij zijn zin geven aan zijn leven en door zijn individuele keuzes tonen wie hij werkelijk is. De Nederlander - en niet alleen de Nederlander - heeft de afgelopen jaren op massale schaal geld, tijd en emoties geïnvesteerd in de vrije tijd, vaak onder de bezielende leiding van architecten, accountants en projectontwikkelaars. Zij hebben het genietgat in de markt zo niet gecreëerd, dan toch zeker razendsnel gevuld. In Zeeland zijn langs de kust en in de duin pannen duizenden recreatiewoningen verrezen. De vrijetijdsindustrie kanaliseert en organiseert onze wensen en maakt het mogelijk om optimaal te genieten, bij voorkeur in een tweede huis. Want waar de eerste woning uitblinkt in nuttigheid en 'efficiency', symbo liseert het tweede huis al het aangename in het leven. Tussen de bedrijven door valt hier alles van ons af en kunnen we eindelijk ontspannen, in vrijtijdstenue en met een Bloody Mary, op de met zorg gekozen bank. Hier zijn we ver van bazen en technologie, dichtbij de natuur en onze naasten, en doen we alleen waar we zelf zin in hebben. Hier vinden we eindelijk quality time. O Noten Deze tekst is een licht aangepaste versie van de tekst zoals verschenen in The Leisure Society De Vrijetijdssamenleving, Middelburg: De Vleeshal 2001. 1 Platform Toerisme en Recreatie, Vrijetijd maakt banen (Den Haag 1998). 2 Presentatie dr. J Oosterman, Afdeling Vrijetijdseconomie, KUB Tilburg. 20 december 2000. 3 Interview J. van Zwieten, Gedeputeerde Provincie Zeeland, DNW, VPRO Televisie dd. 04-02-2001. 4 H. Mommaas, De Vrijetijdseconomie in stad en land (Den Haag: SDU 2000). WRR Voorstudie 109. 5 Guy Debord, La Societédu Spectacle, (Parijs: Bucghet- Castle). Gerhard Schulze, Die Erlebnisgesellschajt (Franfurt am Main: Campus 1992). Sarah Franklin, Celia Lury Jacky Stacey, Global Nature, Global Culture (Londen: Sage 2000). 7 Vrgl. Rogier Friedland Sc Deirdre Boden (eds), Now Here (Berkeley: University of California Press 1994) en Franklin, Lury Stacey, Global Nature, Global Culture. to Zeeuws Tijdschrift 2001/2

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 2001 | | pagina 12