ONDERZOEK AAN DE KUST
Campings en vakantieparken maken me bang. Nooit zal ik kunnen wennen aan
een slagboom bij de ingang. Het bordje met de campingregels bezorgt me maag
krampen.
Ik weet, het gaat niet zonder regels, maar ik kan niet tegen die bordjes. Het is een
hoogst ongelukkige afwijking. En dan zie ik ook altijd nog dat onzichtbare bord:
Ferien machen frei.
André van der Veeke
Zo maar een bezoek aan een familiecamping. Ooit.
Alle paden waren aangeharkt, het gras dagelijks tus
sen voorgeschreven uren gemaaid, de ruiten van de
caravans gezeemd, het juiste tuinmeubilair uitgestald.
Onze kennissen schoven stoelen bij, maar het noodlot
wilde dat één stoel wat gehavender was dan de rest.
Die detoneerde als het ware. Onze vrienden putten
zich uit in verontschuldigingen. Wij deden hetzelfde
in complimenten. Wat zag alles er netjes onderhouden
uit.
Nee, o nee, we wisten niet wat we zeiden. Het was
een reuze slordige boel. Ze namen het niet zo nauw.
Nee, de anderen dat waren Pietjes Precies. Die stof
zuigden de paden en zeemden de bladeren van de
struiken. Na deze uitputtende verklaringen gooiden
onze kennissen het over een andere boeg. Controle
werd onderwerp van gesprek. Zo gemakkelijk kreeg
je immers geen vaste standplaats op een camping
binnen. Er kwam een heuse screening aan te pas,
referenties waren vereist. En dat was nodig ook, want
je had mensen....
Ik hoorde de uiteenzetting aan en voelde hoe het
zuurstofgehalte in mijn omgeving afnam. Nog even
en ik zou naar adem zitten happen. Ik gaf mijn vrouw
een seintje en na nog een paar complimenten aan het
adres van de camping vertrokken we.
'Toch ziet het er gezellig uit', zei mijn vrouw even
later toen we vanaf een dijk op de camping neerkeken.
'Geef mij maar het kerkhofje van Zuidzande', was
mijn verweer.
'af.*' w.- -
15 Zeeuws Tijdschrift 2001/2